Projectomschrijving: De geschiedenis van de Turkse en Marokkaanse vrouwenbeweging in 40 verhalen

In 1975 werd in Nederland de eerste Turkse vrouwenvereniging opgericht, de HTKB (Hollanda Türkiye Kadinlar Birligi). De eerste Marokkaanse vrouwenvereniging MVVN (Marokkaanse Vrouwen Vereniging Nederland) volgde in 1982. Beide landelijke organisaties zetten zich in voor gelijke rechten. In 1987 richtten zij, samen met andere organisaties, het Komitee Zelfstandig Verblijfsrecht voor migrantenvrouwen op, dat een lange strijd begon om het afhankelijke verblijfsrecht van migrantenvrouwen van tafel te krijgen. Andere belangrijke aandachtspunten waren het bestrijden van vooroordelen en stereotiepe beelden over buitenlandse vrouwen en het opkomen voor het recht op onderwijs. Ook organiseerden de organisaties taallessen en themabijeenkomsten voor vrouwen.

 

Zelforganisaties kregen in de jaren tachtig en negentig (bescheiden) subsidies van het Rijk en gemeentes. Later werden de (rijks)subsidies onwenselijk geacht, omdat ze de integratie in de weg zouden staan. Dat maakte hun voortbestaan moeilijk. De HTKB werd uiteindelijk in 1995 opgeheven. De belangrijkste taken werden overgenomen door de Amsterdamse afdeling. De MVVN bestaat officieel nog wel, maar is niet heel erg actief. Dit wil niet zeggen dat Turkse en Marokkaanse vrouwen zich niet meer verenigen. In vele multiculturele wijken in Nederland bestaan organisaties van vrouwen die zich op vrijwillige basis inzetten voor de leefbaarheid in hun wijken, die steun bieden aan mensen die het moeilijk hebben en tal van thematische bijeenkomsten organiseren.

 

Met het project de Geschiedenis van de Turkse en Marokkaanse vrouwenbeweging in 40 verhalen wil stichting BMP/ het Knooppunt ‘Sprekende geschiedenis’:

 

  1. 40 oral history interviews houden met vrouwen die in de afgelopen 47 jaar betrokkenen zijn (geweest) bij de Turkse en Marokkaanse vrouwenbeweging.
  2. Samen met hen een digitale tentoonstelling maken en een live programma organiseren om deze geschiedenis in wijken en buurten aan een divers publiek te presenteren.
  3. Educatieve activiteiten ontwikkelen om een breder lokaal en nationaal publiek te betrekken bij de verhalen en de geschiedenis van Turkse en Marokkaanse vrouwen in Nederland.

Het project is in juni 2023 van start gegaan met een voorbereidende fase waarin een literatuurstudie wordt gedaan, proefinterviews worden gehouden en een Stuurgroep voor het project wordt samengesteld. De totale looptijd van het project is anderhalf jaar.

Looptijd vanaf: 
september 2023 tot december 2024