25 juni 2020
De afgelopen maand zijn we weer gestart met de groepsbijeenkomsten van de Wijkacademie Stromend Overvecht. [1] Niet in het kleine zaaltje van Buurtcentrum De Jager waar we normaal bijeenkomen, maar buiten. De eerste bijeenkomst was in het Pouwer park en de tweede, op 23 juni in het Gagelbos.
Angst voor besmetting nog niet verdwenen
Die eerste bijeenkomst was een beetje vervreemdend. Er waren diverse vrouwen die het toch nog niet aandurfden, ook omdat er op enkele scholen in Overvecht leerkrachten positief getest waren op corona. De vrouwen die er wel waren zaten er in het begin een beetje onwennig bij. Bij de start ontstond enige onrust over de ziekte van bepaalde leerkrachten. De angst voor besmetting bleek nog steeds erg groot. Na een tijdje kon de grootste angst worden weggenomen. Groepsleden wezen elkaar er op dat de scholen zelf ook echt wel voorzichtig zijn en hun leerkrachten en leerlingen willen beschermen. Daarna probeerden we de draad van de normale bijeenkomsten wat op te pakken. Maar op anderhalve meter afstand, in de buitenlucht, is het toch moeilijker om persoonlijke verhalen te delen. Voor mij was het bovendien lastig dat ik via de telefoon wel veel van iedereen gehoord had, maar dat ze die verhalen van elkaar niet kenden. Gelukkig waren er enkele vrouwen bij die zo blij waren dat ze weer andere volwassenen konden spreken, dat ze uit zichzelf begonnen te praten. Over de vragen die kinderen stellen over corona en over de vraag of je als ouder, als kinderen geen vragen stellen, daar toch zelf over moet beginnen. Ook maakte de groep kennis met Ward, een student die voor zijn bachelor scriptie onderzoek doet naar de betekenis van de Wijkacademie. Hij kreeg toestemming om de volgende keer een aantal vrouwen persoonlijk te interviewen. Vanuit de groep kwam ook het voorstel om die volgende bijeenkomst, ter afsluiting van het seizoen, in het Gagelbos te houden en dan ook samen te picknicken. Een van de vrouwen had haar zoontje van drie meegenomen. Iedereen verbaasde zich er over hoe goed hij afstand hield en hoezeer hij naar mijn collega Frank en naar Ward toetrok. Hij was duidelijk blij met mannelijk gezelschap.
Actieplan veilig buitenspelen
De tweede bijeenkomst was al een stuk ontspannener, ook al hadden diverse groepsleden en ook ikzelf, erg moeten zoeken naar de plek waar we hadden afgesproken. Gelukkig was Frank op tijd om iedereen naar de juiste locatie te loodsen. We deelden eten en drinken uit en praatten over onze kindertijd in verschillende landen en huizen. Hoe heerlijk was het, om als kinderen eindeloos buiten te kunnen spelen. Die ervaring werd door iedereen gedeeld. Nu in deze tijd is dat toch heel anders zeggen de moeders. Niet alleen zijn kinderen eindeloos met hun telefoon bezig, ook de sfeer op straat en in de parken is anders dan een tijd geleden. Ouders maken veel ruzie onderling en iedereen is bijzonder gevoelig voor kritiek. Dat is een terugkerend thema in de groep. Hoe kun je als ouders er nu aan bijdragen dat kinderen weer ontspannen buiten kunnen spelen en dat ouders het niet erg vinden als ook andere volwassenen kinderen corrigeren als dat nodig is? We dachten terug aan de training van Vreedzaam die een deel van de groep gevolgd heeft en besloten om na de vakantie de dingen die we daar geleerd hadden nog eens goed te oefenen. Ook gaan we een actieplan maken rond veilig buitenspelen in Overvecht.
Op welke leeftijd geef je ze een telefoon?
Daarna kwam de vraag aan de orde wat nu een geschikte leeftijd is om een kind een telefoon te geven. Een vrouw uit Azerbeidzjan vertelde dat haar dochter binnenkort 9 wordt en graag een telefoon wil. Maar is dat wel verstandig? De vraag werd aan de groep voorgelegd. Het antwoord was samengevat: in de wereld van nu zijn telefoons niet meer weg te denken. Kinderen moeten leren hiermee on te gaan. Je kunt als ouder je kind een telefoon geven, maar dan moet je van tevoren goed nadenken wat je wilt dat je kind wel en niet daarmee kan doen. Dat gaat over apps die ze installeren, over contacten die ze opslaan, over de vraag hoe lang ze per dag op de telefoon mogen, over kosten, en nog veel meer. Dus je moet je heel bewust zijn als ouder dat je je kind het gebruik van de telefoon moet leren en dat dat niet iets is dat je in een keer kan doen, maar dat dat constant om aandacht vraagt.
Meer persoonlijke verhalen
Langzamerhand voelden de dames ook wat meer vrijheid om over hun persoonlijk situatie te vertellen. Een Syrische vrouw vertelde hoe haar ouders van Aleppo naar een dorp gevlucht zijn. Haar vader vindt het wel mooi daar, maar hij mist zijn vertrouwde contacten en het stadse leven. Maar teruggaan is geen optie. Ze weten niet eens of hun huis er nog staat. Haar eigen huis in Damascus is verwoest, dat weet ze wel. Een vrouw uit Somalië vertelt naar aanleiding van dit verhaal dat er vroeger tijdens de burgeroorlog ook mensen wegvluchtten van de hoofdstad Mogadishu naar het platteland. Als ze dan na jaren terugkwamen, bleken hun huizen verkocht te zijn en door andere mensen bewoond te worden. Iets wat in Nederland na de oorlog ook gebeurde met de huizen van joodse mensen die waren gedeporteerd.
Een Marokkaanse vrouw vertelt over haar moeder die een hersenbloeding heeft gekregen. Maar zij kan er door corona niet naar toe. Gelukkig heeft ze wel een zus die voor haar moeder kan zorgen. We missen het schoolbord waar we normaal Nederlandse woorden opschrijven die in het gesprek naar voren komen, zodat iedereen zijn woordenschat kan verbreden, maar verder verloopt het groepsgesprek goed. Ondertussen interviewt Ward aan een picknicktafel enkele groepsleden en wordt er een potje badminton gespeeld.
Zomer in het Gagelbos?
Aan het eind van de bijeenkomst gaat het over de zomervakantie. Iedereen blijft thuis dit jaar, dus zoeken ze naar mogelijkheden om goedkoop en in de buurt toch een beetje vakantiegevoel te hebben. Voor een aantal is dit de eerste keer dat ze in het Gagelbos zijn. Spontaan spreken ze af om op zondag met elkaar en met de kinderen in dit mooie speelbos af te spreken. Zo kunnen ze als volwassenen lekker bij praten en kunnen de kinderen met elkaar spelen. Het is fijn om te weten dat de vrouwen elkaar ook in de zomer opzoeken en samen activiteiten ondernemen. Na de vakantie gaan we als groep weer aan het werk om bij te dragen aan een veilig en leefbaar Overvecht en om ieders persoonlijke leerambities (opnieuw) in kaart te brengen.
[1] De Wijkacademie Stromend Overvecht heeft als motto: leren van elkaar. Een kerngroep van ruim 20 vrouwen komt daartoe eens in de twee weken bij elkaar in Buurtcentrum De Jager in Overvecht. Ze bespreken thema’s die voor hen belangrijk zijn en ontwikkelen samen met andere organisaties programma’s voor de wijk om belangrijke onderwerpen als “veilig buitenspelen” en “het bijzondere van taal” aan de orde te stellen.