Video's

  • Tat

    Auteur: 
    Tat

    “Ik wilde architect worden, dat was mijn opa ook. Maar mijn vader zei, “word jij maar onderwijzeres”. Toen ben ik begonnen met de PABO maar ik vond het niks en ben gestopt. Dat vertelde ik niet aan mijn ouders, ik deed stiekem een opleiding voor interieur ontwerp en heb dat mijn ouders pas verteld toen ik mij diploma had gehaald. Hierna wilde ik alsnog bouwkunde doen, maar ik was helemaal niet voorbereid op de hoge eisen voor wiskunde, dat was ook niet duidelijk gemaakt in de voorlichting over de opleiding. Uiteindelijk ben ik daarop afgehaakt. Ik had in die tijd ook erg veel problemen thuis.

    Mijn ouders zijn nooit zo geïnteresseerd geweest in mijn school. Hun instelling was meer “als jij later bij het vuil wil werken..” Mijn vader heeft op zijn manier gezorgd dat ik liever op school was dan thuis. Hij dronk teveel en gebruikte drugs. Hij was erg onvoorspelbaar en kon zomaar gaan slaan. De dingen uit het verleden hebben me gevormd. Ik ben opgegroeid met angst, daar heb ik nog steeds last van, ik heb bijvoorbeeld nog altijd mijn jas en schoenen bij mijn bed om snel weg te kunnen.

    Dat ik ben gestopt met bouwkunde was een grote teleurstelling voor me, maar ik kon het niet aan, en de situatie thuis werd me ook teveel. Ik ben toen gaan werken. Momenteel werk ik bij een supermarkt maar in het nieuwe schooljaar wil ik beginnen met een nieuwe opleiding. Mijn verleden heeft me sterk gemaakt. Ik heb altijd geprobeerd dingen positief te benaderen. Vroeger was ik verlegen, nu doe ik gewoon wat ik wil, wat ik leuk vindt. Ik wil HBO halen, dat ga ik dus ook doen. Ik maak mijn toekomst, ik kijk vooruit en ik zet door.”

  • Les

    Auteur: 
    Les

    "Dat ik mijn school niet heb afgemaakt, heeft aan mijzelf gelegen, maar de school werkte ook niet echt mee. Mijn ouders hebben me altijd gesteund toen ik nog op school zat, mijn moeder ging bijvoorbeeld direct naar de school om dingen recht te zetten als er problemen waren. Ze hebben geprobeerd mij te stimuleren mijn opleiding af te maken, maar ik heb niet naar ze geluisterd.

    Ik heb een jaar een opleiding tot administratief medewerker gedaan en een jaar de opleiding ‘sport en bewegen’. Achteraf was ik ook gewoon slecht geïnformeerd over de opleiding, ik had me er alleen in verdiept via verhalen van vrienden. Ik dacht dat je bij een sportopleiding vooral lekker met sport bezig zou zijn, maar het grootste deel van de opleiding ging over administratie. Een van mijn docenten zei altijd dat ik het kon halen maar ze luisterden niet naar wat ik zei, dat de opleiding niet bij me paste. Er was geen begrip dat als een kind niet wil, het ook niet gaat lukken. Toen ik uiteindelijk steeds vaker niet kwam was er niemand die mij vroeg waarom ik er niet was, er was geen contact.

    Zoek betere voorlichting over een schoolopleiding dan gewoon via je vrienden. Je moet een langere termijnplan hebben. Realistische verwachtingen. Niet alles is leuk op weg naar je doel, maar je zult dat toch moeten doen.

    Al met al duurde de weg met school mij te lang. Ik wilde snel gaan werken om geld te verdienen, dat heeft mij de das om gedaan. Anderen zou ik aanraden om naar iemand te luisteren die een goed advies kan geven, een rolmodel. Want je staat op jonge leeftijd voor keuzes waar je niet klaar voor bent."

  • B.

    Waar de wilskracht vandaan te halen voor iets waar je geen aanleg voor hebt?
    Of door te zetten tegen je zin?
    Hoe bereiken wat je wilt via een andere opleiding?
    Wat te doen als je iets niet ziet zitten?
    Is een diploma een begin? Of hoe zorg je ervoor dat het een begin is?

    Laat sommige goede leerlingen je voorbeeld zijn. Creëer de wilskracht om er te komen want als een ander het kan, kan jij het ook. Toon
    initiatief, ook als het tegenzit.

  • Allochtone mantelzorgers

    Auteur: 
    Redactie Wereldjournalisten - Donderdag 24 maart 2011

     

    Allochtone mantelzorgers

    In het rapport “Zorgt u ook voor iemand?” presenteert FORUM de resultaten van een onderzoek naar de positie van allochtone mantelzorgers en hun gebruik van ondersteuningsmogelijkheden in zes steden. Onder mantelzorg wordt verstaan: "zorg die niet in het kader van en hulpverlenend beroep wordt gegeven aan een hulpbehoevende, door een of meer leden uit diens directe omgeving, waarbij de zorgverlening voortvloeit uit een sociale relatie"; bijvoorbeeld kinderen die voor hun bejaarde ouders zorgen. Het gaat daarbij niet alleen om medische zorg, maar ook om hulp bij administratie, bij het boodschappen doen of als tolk. Er bestaan diverse vormen van (professionele) ondersteuning van mantelzorgers.

    Een onbekende groep?

    Over de rol van mantelzorg in allochtone groepen, en het gebruik dat allochtone mantelzorgers maken van professionele ondersteuning, is weinig bekend. Onderzoeksresultaten spreken elkaar tegen, of stroken niet met de ervaringen van allochtonen zelf en van degenen die met hen werken. Om die reden liet FORUM, instituut voor multiculturele vraagstukken, een onderzoek uitvoeren waarin een antwoord werd gezocht op de volgende vragen: hoe ziet de groep allochtone mantelzorgers eruit? wat voor soort mantelzorg verlenen zij? welke belasting ervaren zij? en in hoeverre kennen zij het aanbod aan ondersteuning en maken daarvan gebruik?

    Ervaringen met mantelzorg

    Opvallende conclusies uit het onderzoek zijn dat allochtone mantelzorgers beduidend jonger zijn dan autochtone mantelzorgers en dat bijna de helft daarvan een baan heeft. De belasting in uren van allochtone mantelzorgers is erg zwaar: gemiddeld 44 uur per week, en in 18% van de gevallen zelfs 24 uur per dag. De zorg voor verwanten en bekenden wordt weliswaar veelal gedeeld met anderen, maar veel mantelzorgers hebben wel moeite hun taken aan anderen over te dragen. Een van de aanbevelingen van de onderzoekers is dan ook om emotionele en op ontwikkeling gerichte steun te bieden om mantelzorgers uit hun isolement te halen en een betere balans te bereiken tussen zorg, werk, persoonlijke ontwikkeling en ontspanning. Toch is er ook goed nieuws: veel mantelzorgers ervaren hun taak positief omdat het familieverbanden versterkt en zorgt voor nieuwe kennis en vaardigheden.

    Gebruik van ondersteuningsmogelijkheden

    Uit het onderzoek blijkt dat een flink deel van de allochtone mantelzorgers globaal geïnformeerd is van het bestaan van ondersteuningsmogelijkheden; slechts 10% maakt daar echter gebruik van. Redenen:

    • Men wil of durft geen taken aan anderen over te dragen, of de verzorgde wenst dat niet;
    • Twijfel aan, of een negatief beeld, van de zorg die Nederlandse instellingen kunnen bieden;
    • Gebrek aan vertrouwen in de overheid (“Ze bieden het me nu, maar kunnen het zo weer intrekken, dan kan ik weer opnieuw beginnen”);
    • Onzekerheid omdat ze het systeem niet overzien.

    De discrepantie tussen bekendheid en gebruik leidt tot de aanbeveling voor gemeenten om meer gebruik te maken van de ervaringen van mantelzorgers en meer in te zetten op hun emancipatie en het vergroten van hun eigen kracht. Pas wanneer zij zelfbewust kiezen voor het soort ondersteuning dat zij nodig hebben zal er een verandering in het gebruik daarvan optreden.

    Verschillen en overeenkomsten

    Tussen de diverse groepen zijn er overeenkomsten en verschillen in de manier waarop mantelzorg wordt verleend. Zo zorgen Turken veelal in hun eentje voor een andere en beleven minder voldoening aan de verzorging. Surinaamse mantelzorgers zijn weliswaar zeer goed geïnformeerd over de mogelijkheden voor ondersteuning, maar kiezen bewust voor het zelf verlenen van zorg. Dat geldt ook voor Molukkers. Maar vanuit de eigen culturele opvattingen wordt die zorg vaak wel met meerdere familieleden gedeeld. De Chinese respondenten spreken van een gesloten cultuur waarin zorgen niet gedeeld worden, waardoor de belasting van mantelzorgers nog hoger is. Bovendien spelen taalproblemen een rol. Wel treedt een kentering op onder jongere generaties. Marokkaanse mantelzorgers, tenslotte, verlenen intensief zorg, maar delen dat vaak wel met anderen. Ze zijn op de hoogte van ondersteuningsmogelijkheden en maken daar ook gebruik van. Toch is er ook bij deze groep sprake van ziekte en overspannenheid door overbelasting vanwege het zorgen. Gezien de verschillen tussen de groepen concluderen de onderzoekers dat niet per definitie van algemeen beleid uitgegaan mag worden, maar dat bij informatieverstrekking en het verzorgen van een ondersteuningsaanbod rekening moet worden gehouden met verschillen in taalvaardigheid, omgang met schaamte en taboes, en de wensen en inzichten om individueel dan wel in familieverband mantelzorg te verrichten.

Pagina's