Uit de LOV-experimenten die 2004 zijn uitgevoerd, komt naar voren dat een geschikte projectleider over een aantal belangrijke kwaliteiten beschikt. Deze zijn:
- Oprechte belangstelling voor de levensverhalen van oudere vluchtelingen;
- Het vermogen om te communiceren met mensen die weinig Nederlands spreken;
- Inzicht in groepsprocessen en het vermogen om daarin bij te sturen;
- Een zeker stressbestendigheid;
- Vermogen tot improviseren;
- Organisatorische ervaring;
- En, als het kan, gevoel voor humor.
In de verschillende experimenten heeft degene die formeel optrad als projectleider altijd wel steun gekregen van vrijwilligers of collega’s. Dit had als voordeel dat er over de voortgang van het programma gecommuniceerd kon worden en dat er soms een apart iemand was die zich op de organisatie van de presentatie bezighield. Waar mogelijk, is het verstandig naast de formelere projectleider ook vrijwilligers in te schakelen.
Een speciale kwaliteit van de projectleiders is het “vertalen” van de bedoelingen van de docent voor de deelnemers. Hoewel de projectleiders van de experimenten allemaal de nodige ervaring hadden in het omgaan met vluchtelingen is dit niet per se een voorwaarde. Ook mensen die gewend zijn om met andere ouderen te werken of met andere groepen allochtonen kunnen optreden als projectleider. Aandacht voor de mensen en een luisterend oor zijn misschien wel de meest belangrijke kwalificaties.
donderdag 10 januari 2013