Reactie Landelijke oudergroep op kwestie Yunus

Reactie landelijke oudergroep op kwestie Yunus

De landelijke oudergroep van Opvoeden is een gesprek is van verschillende kanten gevraagd iets te zeggen over de ophef rond het Turkse jongetje dat in een lesbisch pleeggezin is geplaatst. Wij aarzelden om ons in de discussie te mengen nu dit vooral een politieke discussie is geworden waar niemand meer echt naar elkaar luistert. Toch willen wij ons hierover uitlaten, omdat het geval van Yunus in onze ogen de afstand die bestaat tussen het systeem van jeugdhulpverlening en migrantenouders pijnlijk duidelijk maakt. 

Laten we voorop stellen dat wij het heel goed vinden dat er in Nederland zoiets als pleegzorg is en dat wij in principe geen bezwaar zien tegen homo stellen als pleeggezin. Wel vinden wij dat er bij de plaatsing van kinderen in pleeggezinnen ten alle tijden sprake moet zijn van maatwerk en dat het heel belangrijk is om te zorgen dat de cultuurverschillen tussen het gezin waar het kind vandaan komt en die waar het in terecht komt niet te groot zijn. Nu is dat ook de doelstelling van Jeugdzorg maar in de praktijk gaat het volgens ons toch vaak mis.

Waar wij vooral de vinger op willen leggen, is de lange geschiedenis van miscommunicatie die tussen jeugd- en pleegzorg en migrantenouders bestaat. Deze miscommunicatie heeft grote gevolgen voor ouders en kinderen en leidt tot een groot wantrouwen van migranten ten opzichte van de jeugdzorg en de kinderbescherming. Wat de instellingen op het gebied van jeugdzorg wellicht onderschatten is dat zij een macht vertegenwoordigen die uitgaat van één dominante cultuur. Voeg daarbij de bureaucratie, de vele schijven binnen de jeugdzorg en de hoge caseload die gezingsvoogden en andere professionals hebben, en je voelt al waar het misgaat.  Hulpverleners die ongetwijfeld het beste willen voor het kind hebben vaak niet voldoende de tijd om zich te verdiepen in de context van het gezin. Het is al vaak aangekaart dat zij handelen op basis van vaste protocollen en weinig ruimte hebben om naar eigen inzicht te handelen. Migrantenouders hebben heel vaak het gevoel dat er niet echt naar hen wordt geluisterd en dat er snel gedacht wordt : “het zal wel zus of zo zijn”. Er wordt weinig rekening gehouden met wat zich werkelijk achter de problemen afspeelt en er wordt sneller in termen van crisis gedacht[1]. Ook worden ouders gauw, omdat ze niet goed Nederlands spreken, als onbekwaam gezien. Als de uithuisplaatsing eenmaal in gang is gezet, is het heel moeilijk om het systeem dat dan in werking gaat terug te draaien, ook als later blijkt dat er fouten zijn gemaakt.

In onze ogen behoeft de hulpverlening aan kinderen uit migrantengezinnen extra aandacht en behoedzaamheid. Sensitiviteit voor cultuurverschillen is hierbij heel belangrijk. Wie beoordeelt de situatie van het kind en vanuit welke deskundigheid? Is eventuele uithuisplaatsing op feiten gebaseerd, of meer op vermoedens? En vooral wordt er alles aan gedaan om de bredere familie bij de oplossing van de situatie te betrekken? Wanneer uithuisplaatsing onvermijdelijk is, verdient plaatsing van een kind in een pleeggezin met vergelijkbare achtergrond de voorkeur. In alle gevallen is goede begeleiding essentieel. Hoe wordt bijvoorbeeld omgegaan met de cultuurverschillen tussen het biologische gezin en het pleeggezin?

Het zou goed zijn als er wegen worden gevonden om de communicatie tussen familie en kind op enige manier in stand te houden en als er gesprekken zijn tussen biologische ouders en pleegouders. Het gaat hier om het bespreken van wezenlijke zaken als de waarden die bij de opvoeding worden meegegeven, de betekenis van identiteit en kennis over elkaars achtergronden.

Wij zouden het toejuichen als er meer diversiteit komt in pleeggezinnen, omdat plaatsing bij een gezin met een herkenbare achtergrond de vervreemding van het kind van zijn eigen wortels het best kan voorkomen. Wij zijn ons bewust dat hier nog een weg te gaan is, pleegzorg is niet in alle landen een bekend of omarmd verschijnsel. De opvang van kinderen bij problemen in het gezin kan ook, zoals in Turkije, als een morele plicht van de familie worden gezien en niet van de overheid. De huidige aanmeldingen van Turkse gezinnen als pleeggezin juichen wij toe. Wij wijzen er wel op dat het belangrijk is om uiterst zorgvuldig met deze aanmeldingen om te gaan er de wederzijdse verwachtingen op open en eerlijke wijze met elkaar te bespreken. Als de gezinnen die zich nu hebben aangemeld in de bureaucratische molen terecht komen, zal de kloof tussen Jeugdzorg en hen alleen maar groter worden[2].   



[1] In het geval van Yunus zijn er op een zeker moment zelfs bewust verkeerde beslissingen gemaakt. Bij beoordeling van deze zaak door de rechter in 2007 zijn stukken en feiten achtergehouden en de rechterlijke uitspraak om de uithuisplaatsing ongedaan te maken is genegeerd (Bron: De Volkskrant, donderdag 21 maart 2013).

[2] Süleyman Göğüs van Sensa Zorg in De Volkskrant, dinsdag 19 maart