Inzet was dat de ambtenaren op gevoelsniveau geraakt zouden worden door de verhalen van de mantelzorgers. Dit bleek in hoge mate het geval. Het was de deelnemers, zoals ze het verwoordden, ‘niet in hun koude kleren gaan zitten’. We citeren uit de krant waarin ze verslag deden van hun ontmoetingen:
“Nog dagen bleven de verhalen die ze hadden gehoord door hun hoofd spoken. Vooral de uitzichtloosheid waarin veel allochtone vrouwen zich bevinden, had hen geraakt.
Als beleidsmedewerkers mantelzorg hadden ze natuurlijk wel allerlei verhalen over de situatie van mantelzorgers gelezen. Maar, zeggen ze allemaal, je begrijpt toch veel beter wat er aan de hand is als je thuis bij iemand aan de keukentafel het hele verhaal hoort, terwijl het gesprek steeds onderbroken wordt door een oude, boze vader of een lieve, maar volstrekt hulpeloze jongeman die ook aandacht willen. Terplekke maak je mee hoe een beetje ondersteuning al verlichting kan geven.
En, zeggen de ambtenaren, je kunt je er best iets bij voorstellen als in een rapport staat: de lotgenotenbijeenkomsten zijn voor mantelzorgers essentieel. Maar als je daadwerkelijk tussen een groep lachende en huilende vrouwen zit, voél je waarom die bijeenkomsten zo belangrijk zijn. 'Het is vaak het enige uitje dat ze hebben', zegt een van de ambtenaren. 'Het is hun enige uitlaatklep.' 'Tijdens zo'n bijeenkomst zie je, hoor je en voel je hoe ingewikkeld de situatie is waarin deze vrouwen zich bevinden, hoe alles met alles samenhangt. En je realiseert je hoe groot de gevolgen kunnen zijn van één simpele beleidswijziging.'
De informatiestroom in de groepen bleek geenszins eenrichtingsverkeer. De interactie was niet beperkt tot mantelzorgers die vertelden en de ambtenaren die luisterden. De bezoekers aan de groepen kregen veel vragen van mantelzorgers over het beleid. Soms ook vroegen ze aandacht voor hun persoonlijke situatie.
maandag 14 januari 2013