Video's

  • Iftar in de Schilderswijk

     © Inge van MillDe iftar die de Buurtbroeders van het Stagehuis Schilderswijk in samenwerking met de Wijkacademie Opvoeden afgelopen vrijdag 26 juni organiseerden werd druk bezocht.
    De Buurtbroerder zien hierin een kans om met buurtbewoners van andere afkomst en religie de ramadan samen te beleven. Zeker in deze tijd is dat belangrijk, in een wereld waarin zo veel verschrikkelijke dingen gebeuren. De ramadan is een periode van saamhorigheid, bij elkaar komen en met elkaar eten en gedachten met elkaar delen. De buurtbroeders zijn actief in de gesprekken die plaatsvinden in het kader van de Wijkacademie Opvoeden. Opvoeden gaat niet alleen over de relatie tussen ouders en kind; opvoeden is veel breder. Het gaat over je verantwoordelijk voelen voor je buren en je omgeving.

    Tijdens de iftar wordt de bezoekers de vraag gesteld: “De Schilderswijk is mijn wijk, omdat …”
    Een aantal van de tekstbalonnen die worden beschreven:

    … ik me hier thuisvoel
    … het een multiculturele wijk is en dat vind ik mooi
    … me welkom voel in de wijk
    … ik hier geboren ben

    Het idee is dat als je het gevoel hebt dat de Schilderswijk jouw wijk is, dan zorg je er ook met elkaar voor dat het prettig leven is en als er dingen gebeuren die niet zo leuk zijn, dat je er wat van zegt.

  • 12 mei 2015

    Auteur: 
    Tessa Dikker
     

     
    Reuring! 
    Na anderhalf jaar samen te zijn gekomen in het Karel Appelhuis wordt door de ouders van de Wijkacademie Opvoeden de Pedagogische Civil Society nu vorm gegeven vanuit de Muiderkerk. Gebrek aan ruimte was de voornaamste reden van de verhuizing. De keuze valt onder andere op de kerk omdat er haast elke avond wel een event plaatsvindt aldaar. Heel aantrekkelijk dat er meer mensen in huis zijn tijdens onze bijeenkomsten. Reuring!
     
    Wijsheidsleraar
    Ik raak dan ook enthousiast als ik de keuken binnenloop en een aantal nieuwe gezichten zie. "Wat gaan jullie allemaal doen vanavond?!”, vraag ik opgetogen. Een vrouw kijkt even op van haar bordje, tuurt me glazig aan en vervolgt haar luidruchtig kauwen. “Ze heeft net een hele heftige spirituele sessie achter de rug" fluistert de grote man naast haar me toe. Ik knik begrijpelijk en verlaat stilletjes weer de keuken. Wanneer ik op mijn mobieltje kijk zie ik een sms-je van Flip, mijn contact bij de kerk. "Graag stilte buiten de zaal vanavond want in de kerkzaal resideert een wijsheidsleraar". Ik glimlach en bereid me erop voor de ouders te vragen niet zo hard te lachen vanavond.
     
     
    Een academicus aan het woord
    Het Wijkacademie Opvoeden project wordt op lokaal niveau uitgevoerd in Amsterdam Oost, in de Schilderswijk in Den Haag en in de Schalkwijk te Haarlem (binnenkort ook in Leiden, Rotterdam en zelfs in Suriname!). Naast deze lokale uitvoering heeft het project echter ook landelijke componenten: er is een cursus voor professionals, die zich willen bekwamen in het begeleiden van een Wijkacademie, ontwikkeld en er is een landelijke promotiegroep geformeerd met vertegenwoordigers van onder andere (migranten) ouders, landelijke kenniscentra en ministeries. Ook is er een netwerk van academici opgericht welke eens in de drie maanden bij elkaar komt om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen binnen de Wijkacademies en onderling theoretische inzichten uitwisselt. Deze academici zijn tevens in te schakelen door ouders voor verdiepingsbijeenkomsten. De kerngroep van ouders van de Wijkacademie Opvoeden Haarlem heeft hier al gretig gebruik van gemaakt. De ouders uit Amsterdam hebben vanavond voor de eerste keer een academicus uitgenodigd: Roel van Goor. Als ik Roel namens de kerngroep uitnodig reageert hij razend enthousiast. Dit was nou precies waarom hij deelneemt aan het netwerk. 
     
       
     
    De ouders druppelen binnen en ik vertel hen over de ‘wijsheidsleraar’ in de kerkzaal vanavond. Gekscherend wordt opgemerkt dat die er toch altijd is. De ouders stellen zich voor aan Roel en alvorens hij het gesprek met de kerngroep licht iedereen de stand van zaken rondom de eigen projecten toe: twee moeders vertellen enthousiast over de interviews die ze hielden voor het Glossy met ondernemers in de Javastraat, “iedereen heeft zulke interessante verhalen!” vertellen ze. Drie andere moeders merken dit tijdens hun interviews voor het Opvoeden op de Markt project ook. Een aantal hoogtepunten worden toegelicht. De posters zijn inmiddels geprint voor de Opvoedspeurtocht in het Flevopark en de vader cursus zal in September van start gaan. Voor de conferentie over ‘Opvoeden in Spannende Tijden’ op 5 juni gaan een aantal ouders als host aan de slag en er gaan mooie postkaarten gedrukt worden van de werken die de senioren van het verzorgingshuis de Gooyer gemaakt hebben voor het project ‘Soo de ouden songen piepen de jongen’. Stagiaire Moezdalifa warmt ons op met een energizer over ouderbetrokkenheid en dan is het woord aan Roel. 
     
    Townships in Zuid Afrika
    Roel introduceert zichzelf en vertelt dat hij na zijn afstuderen als gymleraar in de townships van Kaapstad heeft gewerkt. Daarna heeft hij jaar in Amsterdam Zuid-Oost gym gegeven en is uiteindelijk pedagogiek gaan studeren om vervolgens te promoveren op het vakgebied van de wijsgerige pedagogiek. Momenteel is hij werkzaam voor InHolland.  Roel vertelt dat hij vanavond nadrukkelijk niet op een conventionele manier wil invullen, “waarbij ik dan een praatje houd om nog drie minuten over te houden waarin jullie een vraag kunnen stellen”. 
     
    “Nee. Ik wil eigenlijk eerst van jullie horen! Ik wil weten wat jullie ervaringen zijn met ouderbetrokkenheid, welke rol de Wijkacademie kan spelen op het gebied van ouderbetrokkenheid in de buurt en wat jullie van een pedagoog zouden willen weten”. 
     
    De ouders komen met een mix van verhalen en meningen. Ouderbetrokkenheid wordt door de kerngroep heel breed geïnterpreteerd. Het gaat over opvoeden in de openbare ruimte bijvoorbeeld. Volgens een moeder schort het in Oost aan een pedagogisch klimaat: ouders zouden zich alleen met hun eigen kinderen bezig houden, niet met die van anderen, ook niet als het duidelijk mis gaat. “Ik denk dat veel ouders dat best zouden willen, maar het gewoon niet durven”. Klinkt er. Ouderbetrokkenheid gaat ook over ‘educatief partnerschap’ en over de 10 minuten avonden op school. Het gaat over hoe je je als ouder verhoudt ten opzichte van professionals. 
     
    Een gesprek rondom over-diagnostisering van ADHD barst los om vervolgens te eindigen in een uitwisseling van ervaringen die de ouders hebben met ‘je onmachtig voelen ten opzichte van de instituties’. Hieruit wordt het contrast tussen de onmacht van ouders en het institutioneel diagnostisch denken van de professionals duidelijk en ook hoe problematisch dit is voor samenwerking. “Er moet een vakbond voor ouders komen” roept een moeder. 
     
     
     
    De rol van het kind bij ouderbetrokkenheid
    Een vader merkt vervolgens op dat het bij ouderbetrokkenheid altijd gaat over ouders, professionals en docenten: “wat is de rol van het kind eigenlijk? En wil die wel altijd dat hun ouders betrokken zijn of worden”. We vragen dit aan de zoon van een van de moeders die voor de gelegenheid is aangeschoven vandaag. “Nou, ik wil eigenlijk helemaal niet dat mijn moeder alles weet”. Ook jongeren hebben behoefte aan privacy. 
    Roel vertelt dat ouderbetrokkenheid bijna altijd een negatieve connotatie heeft: de term wordt gebruikt wanneer het aan betrokkenheid ontbreekt. En de polarisatie tussen twee groepen wordt in stand gehouden door dergelijke begrippen. Daarom is het begrip ouderparticipatie in het leven geroepen, of educatief partnerschap. Via partnerschap wordt meer gezocht naar gedeelde doelstellingen van ouders en instituties. 
     
    Professionele blindheid
    Expert Michel van de Broek spreekt over diversiteit en spoort instituties aan om ouders als gelijken te zien te vragen wat zij belangrijk vinden. Hiermee wordt wat Roel “professionele blindheid” noemt, ondervangen. Roel benadrukt het belang van vertrouwen in de samenwerking tussen ouders en professionals. Je moet er als ouder op kunnen vertrouwen dat iedereen het beste voor heeft met jouw kind. “En ouders lijken een ander pas te vertrouwen wanneer ze het gevoel hebben dat ze zelf serieus genomen worden. En gezien”. Op een ouderavond zou dan bijvoorbeeld gevraagd kunnen worden of de ouders wat over hun kinderen kunnen vertellen en wat ze zouden willen weten van de docenten over hun kinderen. Vervolgens kunnen de docenten antwoord geven en hun perspectief delen. Zo ontstaat er een completer beeld van het kind en de wisselwerking tussen ouder en instituut is goed voor de ontwikkeling van het kind. 
    Deze methodiek zal in ieder geval voorkomen dat per ongeluk het verkeerde kind besproken wordt tijdens een 10 minuten gesprek, zoals een van de moeders is overkomen, “en ik dacht al…mijn zoon is helemaal niet agressief!”. De uitwisseling op deze manier laten plaatsvinden is een mooi scenario maar het vergt ook assertiviteit van de ouders, merkt een van de moeders op. “Het is niet gemakkelijk om dwars tegen de heersende normen in te gaan en erop te staan bijvoorbeeld dat je op een andere manier met de docenten wilt omgaan”. 
     
     
     
    Als we willen dat dingen veranderen moeten de denkwijzen en gedragingen van ouders, docenten, professionals, instituten en de samenleving veranderen. Positief en vanuit het kind. Dit geldt ook voor ouders onderling. Het kan nuttig zijn om van ouder tot ouder te spreken over gedrag in de klas, maar ook over thuis situaties en over de docent. Mensen moeten elkaar meer leren vertrouwen. 
     
    Maar mijn kinderen zijn geweldig
    Roel vraagt of iemand wel eens te maken heeft gehad met echt slechte intenties van een professional. Een van de moeders vertelt dat een docent tegen haar zei dat haar kind dyslectisch is en dat dit waarschijnlijk komt doordat het allochtone ouders heeft. Men reageert verontwaardigd en een enkeling zegt: “Dat is geen slechte intentie, dat is gewoon onbekwaam”. Er wordt nog even door gediscussieerd over de docent en het is opvallend: waar de docent aan het begin van de avond nog behoorlijk bekritiseerd wordt en beschuldigd van systeemdenken, nemen een aantal ouders het langzaam maar zeker voor de docent op. Ze wijzen op de toegenomen werkdruk, de grote klassen, de brutale kinderen en hijgerige ouders die in hun kinderen supersterren zien en de realiteit soms niet willen waar hebben. 
     
     
     
    Luizen van scholiertjes
    Er wordt naar een einde toegewerkt en Roel vraagt wat iedereen meeneemt van de avond. Wat duidelijk blijkt voor alle ouders is het belang van vertrouwen en het in gesprek blijven met elkaar. Sommige moeders zijn geïnspireerd geraakt om op de eigen scholen vormen van ouder betrokkenheid te organiseren die verder gaan dan het ‘luizen’ van de scholiertjes, maar waarbij ouders toetsen nakijken bijvoorbeeld of een dag de lessen van de juf overnemen.  Ook  vinden de ouders dat er meer georganiseerd moet worden om de ouders onderling nader tot elkaar te brengen. Zelfs de zoon vindt dat: ‘zij kunnen elkaar dan ook helpen. Zeker de ouders die niet goed Nederlands praten”. De Wijkacademie kan hier een belangrijke rol spelen: als aanjager van dit soort ouder projecten bijvoorbeeld. Roel bedankt iedereen en vertelt dat hij deze avond hem heeft doen realiseren dat bij het thema ‘ouderbetrokkenheid’ het kind vaak vergeten wordt: “ik voelde me een beetje betrapt dat ik het kind vergat! Dit ga ik meteen morgen bij mij in de opleiding meenemen”. “Dit hebben we maar mooi bewerkstelligd”, merkt Hanne op en iedereens neusje glimt. 
     
    Verkeer, de financiele sector en ouderbetrokkenheid
    We ruimen op en hier en daar loopt nog een verdwaasde bezoeker van de wijsheidsleraar rond. Ik kijk terug op een hele geslaagde avond waarbij de uitwisseling tussen de ouders en academicus voor beide partijen heel vruchtbaar is geweest. Het was mooi hoe open de ouders zich opstelden en hoe ze, eerst na het uiten van kritiek op bijvoorbeeld de professional gezamenlijk toewerkten naar begrip en vervolgens naar oplossingen. Wat op mij het meeste indruk maakte is misschien wel dat ook hier weer het je ‘gehoord’ en ‘gezien’ voelen de basis is van vertrouwen en dialoog. En dat iets niet kan functioneert als dit vertrouwen ontbreekt. Dit geldt voor het verkeer, voor de financiële sector maar ook dus voor ouderbetrokkenheid.
     
     
     
     
     
  • Balkan klanken aan de Amsterdamse grachten

    Muzikanten uit voormalig Joegoslavië in Amsterdam voor het eerst samen op het podium in een nieuwe muzikale mix.

    Posted by Ongekend Bijzonder on zondag 31 mei 2015
  • 14 april 2015

    Auteur: 
    Tessa Dikker


     

    De kerk als episch centrum voor de Pedagogische Civil Society
    Anderhalf jaar lang kwam de kerngroep van ouders van de Wijkacademie Opvoeden Oost in het Karel Appelhuis op de Dappermarkt samen. Om de drie weken werd er daar gesproken over thema’s die met opvoeden te maken hebben en nagedacht over manieren waarop deze thema’s breder in de buurt bespreekbaar konden  worden. In de inspirerende ruimte met een grote tafel vol verfspatten en kasten vol kwasten, scharen en lijm,  vertelden ze elkaar hoe ze zelf zijn opgevoed en wat ze daarvan meenemen in de manier waarop ze de eigen kinderen opvoeden. Ze deelden waar ze trots op zijn als opvoeder maar ook wat ze soms lastig vinden. Ze gaven elkaar tips, bezonnen zich op manieren om met mensen in de buurt het gesprek over opvoeden aan te gaan, bedachten mooie plannen voor conferenties, foto tentoonstellingen, glossy’, opvoedspeurtochten door het Flevopark, en aten cupcakes. Al die tijd gold het Karel Appelhuis als episch centrum waarvandaan de Pedagogische Civil Society in Amsterdam Oost werd vormgegeven. De groep is echter zo gegroeid dat een verhuizing noodzakelijk was.  Vanaf nu wordt vanuit de ‘grote vergaderruimte’ in de Muiderkerk verder gebroed op het vormgeven van de Pedagogische Civil Society in Amsterdam Oost. 
     
    Verbinding met de buurt, de samenleving en cultuur
    Voorafgaand aan de eerste bijeenkomst op de nieuwe locatie ontmoet ik Flip. Flip is al jaren betrokken bij de kerk en de gemeenschap. Hij laat me zien hoe het koffiezet apparaat werkt en hoe de lichten aangaan. Ook laat hij mij, na een uitgebreide demonstratie, zelf de voordeur van het slot halen. Tijdens mijn vuurdoop verhaalt hij over de Muiderkerk:  De in 1892 gebouwde kerk brandde in 1989 af waarbij de toren gespaard bleef. Het huidige gebouw is in 1997 tegen deze toren aangebouwd. Sinds de opening van het nieuwe gebouw de kerk zich nog nadrukkelijker dan voorheen positioneren als een die verbonden is met de buurt, de samenleving en cultuur. Het organiseert maandelijkse open maaltijden, geldt als inzamelingspunt voor de voedselbank,  neemt deel aan de Keti-Koti vieringen, aan stedelijke interreligieuze debatten en lezingen over maatschappelijke onderwerpen. Ook organiseert het jaarlijks een korenfestival en een aantal door de gemeenteleden zelf georganiseerde musicals. Het plein voor de kerk is in 2008 tot ‘wensplein voor vrede’ omgedoopt en geopend door Gerdi Verbeet. Op het plein bevindt zich een kunstwerk waarin 37 vredeswensen van buurtbewoners opgenomen.  De wensen zijn geselecteerd uit enkele hinderden en afkomstig van buurtbewoners met diverse etnische en religieuze achtergronden. Het plein is bedoeld als ontmoetingsplaats en markeringspunt. 
     
    Een opgeruimd balkonnetje
    Ik vraag naar de kerkgemeenschap. Flip vertelt dat er momenteel ongeveer 1300 doopleden zijn waarvan 250 actief. Het gemiddeld aantal kerkgangers is vanaf de jaren ’70 met ongeveer 50 % gedaald naar 65 personen op een reguliere zondag. Dat is minder dan de Ethiopisch gemeenschap op zondagmiddag binnenhaalt maar meer dan de Chinese gemeenschap op zaterdag. We praten verder over de kerk, over de rol van het geloof in het leven van Flip en over het belang van het behoren tot een gemeenschap. Terloops komen we erachter dat we elkaars overburen zijn. Beschaamd denk ik aan mijn balkonnetje en neem me voor deze vanavond nog op te ruimen.
     
    Geen cupcakes bestellen!, smste ze
    Voordat de kerngroep arriveert heb ik een gesprek gepland met de dochter van een van de moeders die al vanaf de eerste bijeenkomst tot de kerngroep behoort. Dochterlief brengt en haalt haar moeder regelmatig op en is een gegeven moment ‘gewoon’ deel gaan nemen aan de groep. Het werkt bij de Wijkacademie Opvoeden zo dat met elke nieuwe deelnemer een gesprek gevoerd wordt.  Doordat haar toetreding echter enigszins organisch geschiedde, vond dit gesprek nog niet eerder plaats. Ik hecht toch veel waarde aan deze individuele gesprekken met de leden van de kerngroep dus houd alsnog een ’intake gesprek’. Het geeft iedereen ruimte om zich te laten horen en zien. Da hoeft dat niet meer schreeuwend in de groep. Bovendien kunnen Hanne en ik  zo beter tegemoet komen aan de wensen en ambities van de deelnemers en hen tegelijkertijd aanspreken op hun talenten en netwerk in het kader van het versterken van de Pedagische Civil Society. 
    Normaal gesproken bestel ik voor elke bijeenkomst van de Wijkacademie cupcakes bij slagerij Krijnen. Op de avond voor deze bijeenkomst krijg ik echter een sms-je dat ik dat deze keer vooral niet moet doen. En inderdaad: de dochter staat met twee grote dozen cupcakes voor de deur. We voeren een mooi gesprek waarin ik ontdek  dat ze in Castricum de eerste Turkse supermarkt is begonnen en wat ze van die ervaring geleerd heeft.  Ze vertelt over  haar vader en hoe hij haar geïnspireerd heeft om zelf te gaan ondernemen. Ze verhaalt ook over hoe ze terugkijkt op haar eigen bi-culturele opvoeding. Ik leer over haar dromen en ambities, over haar motivatie om mee te doen aan de Wijkacademie Opvoeden en haar ideeën over de rol van de Wijkacademie en die van zichzelf in de buurt. 
     
     
    Ik wist niet dat zij daar ook mee zaten
    De andere ouders komen binnen. Voor de meeste is het de eerste keer dat ze in de Muiderkerk zijn. Voor een enkeling überhaupt de eerste keer in een kerkgebouw. We reflecteren op de vorige bijeenkomst in het Karel Appelhuis waarbij gesproken werd over religie en opvoeding. Een moeder vertelt dat ze nog lang heeft nagedacht over “het verhaal van die Joodse vader”.  Hij vertelde over zijn gemengde gevoelens nadat hij van de juf hoorde dat zijn Joodse zoon in een overwegend Islamitische klas de beurt kreeg om te vertellen over Joodse feestdagen. “Ik wist niet dat zij daar ook mee zaten”. 
     
     
     
    Maar wij zaten gewoon in de tuin
    Hoewel de Muiderkerk zich hemelsbreed niet meer dan 500 meter van het Karel Appelhuis verwijderd is, bevinden we ons nu niet in de Dapper-, maar in de Oosterpark-buurt en zou je kunnen spreken van een geheel andere en eigen buurtdynamiek. Om dit nader te onderzoeken staat er een kleine buurtontdekkingstocht op de agenda. Teams van twee opvoeders worden gevormd  en gaan op pad met de opdracht de volgende vragen te beantwoorden: Wat herinnert je in deze buurt aan je eigen buurt toen je opgroeide” en “welke mogelijkheden en/of moeilijkheden zie je in deze buurt voor de opvoeding van kinderen”. Na ongeveer een uur treedt iedereen weer babbelend en vrolijk de kerk binnen. Een moeder heeft de slappe lach want onderweg een van haar schoenzolen verloren. 
    Er wordt even teruggeblikt. Over het algemeen wordt de buurt als positief ervaren en ziet men veel kansen  voor kinderen om prettig op te groeien. Wel wordt door velen het verkeer als een ‘bedreiging’ gezien en geldt volgens sommigen de dood van Theo van Gogh nog steeds als een besmetting voor de buurt. 
     
      
     
     
     
    Naar aanleiding van de eerste vraag over verschillen tussen deze buurt en die waarin je zelf bent opgegroeid zegt er een: “In Limburg waar ik ben opgegroeid had iedereen een eigen tuin. Daar hoefde je niet naar een park om buiten te zijn. Hier speelt het park een grote rol en zie ik allemaal mensen picknicken. Dat was bij ons nooit”. Inderdaad, denk ik, het groen in de openbare ruimte heeft in steden zo’n andere betekenis dan in dorpen. Ook als het gaat om ‘het uitlaten’ van je kinderen: al die moeders van drie hoog achter komen in parken bij elkaar. Daar gebeurt het. Daar bevindt zich de Pedagogische Gemeenschap. Daar kan en moet je iets mee.  Er wordt hier verder over gefantaseerd: wat zou de Wijkacademie in en met parken kunnen doen? De door een opvoeder van de  Wijkacademie ontwikkelde speurtocht door het Flevopark, waarbij je leert hoe vogels worden opgevoed,  komt opeens in een ander licht te staan
     
    Tjerk:  visionair innovator van positieve daadkracht en onverbeterlijk ambitieuze wereldredder
    De Wijkacademie Opvoeden Amsterdam treedt steeds meer naar buiten. Ze lopen door de buurt, houden interviews met jongeren en marktkoopmannen, worden uitgenodigd voor discussies en debatavonden. Ze zijn aanwezig op conferenties, op inspiratiemiddagen en in bejaardentehuizen. Daarom is er bedacht om iets te ontwikkelen waarbij dit naar buiten treden nog gemakkelijker geschiedt en waarbij men het gesprek over opvoeden nog eenvoudiger aan kan gaan met andere opvoeders.  Hanne en ik hebben hiervoor Tjerk uitgenodigd en hem gevraagd om mee te denken over manieren om de Wijkacademie Opvoeden  nog beter te positioneren en te verankeren in de buurt maar ook om nog gemakkelijker het gesprek over opvoeden in de buurt aan te gaan. Tjerk omschrijft zichzelf op zijn website als visionair innovator van positieve daadkracht en berucht als onverbeterlijk ambitieuze wereldredder. In 2008 stapt hij uit de wetenschap om het prijswinnende actieplatform deWereldredden.nl op te richten.  
     
     
    Gastenlijst vs. Trucendoos
    Tjerk presenteert twee door hem bedachte methodes om het gesprek over opvoeden in de buurt te initiëren. De gastenlijst en de trucendoos. De gastenlijst is een techniek waarbij er door  het stellen van een aantal vragen over opvoeden het gesprek tussen twee ouders tot stand komt en de nieuwe ouder vervolgens op de gastenlijst van de Wijkacademie terecht komt en zo kan  deelnemen aan bijeenkomsten en workshops van de Wijkacademie. We gaan het testen. De groep wordt in tweeën gesplitst en beide ‘helften’ krijgen een  ‘ludieke opdracht’ om vervolgens in rollenspellen te oefenen met deze methodiek. Een en ander leidt eerst tot hilariteit maar uiteindelijk zorgt het feit dat iedereen enigszins uit de eigen comfortzone gehaald wordt ervoor dat we allen ‘buiten de box’ gaan denken en tot mooie ideeën komen.  
     
    Dit gebeurt ook bij het oefenen met de trucendoos. De centrale vraag die ouders hierbij elkaar stellen is naar de gouden tip in de opvoeding. Ook deze oefening gaat gepaard met hilariteit en het lijkt sommige deelnemers even uit hun comfortzone te trekken.  
    Na met beide methodieken te hebben gewerkt wordt er democratisch besloten aan welke methode er door zou moeten gewerkt.  De trucendoos wordt als te belerend en beknopt beschouwd en verliest het met vier stemmen van de gastenlijst (mits hierin wel een extra introductie element wordt verwerkt). Twee opvoeders wensen neutraal te blijven.
     
     
     
    De Gastenlijst is dus de winnaar van de avond en iedereen wordt gevraagd een paar minuten na te denken en vervolgens  te noteren welke vragen op de kaart zouden moeten komen.  Samen met Tjerk verzamel ik plenair de vragen. Het levert de volgende lijst op: 
     
    Heb je kinderen? 
    Vind je het leuk om met mij even te praten over opvoeden? 
    Welke dingen doe je samen met je kind? 
    Waarmee complimenteer je je kind? 
    Met wie praat je over opvoeden? 
    Wil je dat je kind op jou lijkt?
    Ben je bevriend met je kind? 
    Hoe beloon je je kind? 
    Welke dingen vind je soms moeilijk binnen jouw opvoeding en met wie praat je daar over? 
    Hoe ga je om met pesten? 
    Hoe zorg je ervoor dat je kind minder achter de computer zit? 
    Hoe praat je met je kind?
     
     
     
    Tijdens de stemming over elke vraag, gevolgd door een korte discussie, blijven over: 
    Heb je kinderen en vind je het leuk om met mij een paar vragen over opvoeding uit te wisselen?  
    Welke dingen doe je graag samen met je kind?
    Kan je iets vertellen over je kind waar je trots op bent? (en geef je ook complimenten? Welke?)
    Wat vind jij belangrijk binnen jouw opvoeding? (noem de 2 belangrijkste waarden) 
    Met wie praat je over opvoeden?
    Wil je dat je kind op jou lijkt?
    Welke dingen vind je soms moeilijk binnen jouw opvoeding? En met wie praat je daar wel eens over? 
    Wil je nog iets kwijt/ vertellen/ vragen over opvoeding? 
     
    In de kerk staat de deur altijd open
    ‘Onze’ ouders zijn inmiddels redelijk getraind in het aangaan van het gesprek over opvoeden, zeker die van het eerste uur. Deze tool zal e.e.a, echter vergemakkelijken en bovendien andere ouders inspireren om het gesprek over opvoeden met elkaar aan te gaan. Door ook de ouders meteen op de ‘gastenlijst’ te noteren worden deze meteen op de hoogte gehouden van ontwikkelingen binnen de Wijkacademie en evenementen. Zo wordt het netwerk vergroot en daarmee de Pedagogische Civil Society gevoed. De inhoud van de ‘gastenlijst’ komt van de kerngroep van ouders zelf en die hebben hiermee ook (impliciet) aangegeven welke thema’s en vragen zij binnen de opvoeding belangrijk vinden. Ik doe alle lichten uit in de kerk, veeg de tafels schoon en zet het koffiezetapparaat af. Ik sluit de deur en voel me daar bijna schuldig over. Terwijl ik naar huis fiets door het park waar mensen nog steeds zitten na te genieten van de eerste zwoele avond van het jaar bel ik mijn zuster in New York, die net moeder is geworden, bezorgd op om te vragen met wie zij eigenlijk over opvoeden praat. 
     
     
     
     
     
     
     
  • Wijkacademie Schalkwijk - Project van de week Oranjefonds


    Stichting Meetingz Unlimited! wil met het initiatief Wijkacademie Schalkwijk de leefbaarheid in deze Haarlemse wijk verbeteren. Dit gebeurt door het ontwikkelen van een duurzame pedagogische gemeenschap van (migranten)ouders en jongeren. Het Oranje Fonds steunt met een bijdrage van € 40.000,= over een periode van twee jaar.

    Kenmerk van deze aanpak is dat ouders uit een wijk of buurt zelf activiteiten en plannen ontwikkelen om de verschillende vraagstukken die met opvoeden samenhangen in hun wijk aan de orde te stellen. Ze bepalen daarbij zelf op welke momenten ze met welke instellingen samenwerken.

    De ouders en jongeren ondersteunen elkaar en taalverwerving vindt vanzelfsprekend plaats door omgang met elkaar. Het doel is dat na 2 jaar ten minste 100 ouders meer dan eenmalig bereikt worden en dat er een duurzame samenwerking met ten minste 3 organisaties/instellingen in de wijk is. Het Oranje Fonds steunt met een bijdrage van € 40.000,= over een periode van twee jaar.

  • Gedeeld verleden, Gezamenlijke toekomst

    De eerste foto's van de voorstelling van de Iraanse groep van Ongekend bijzonder in Den Haag:
  • 24 maart 2015

    Auteur: 
    Tessa Dikker

    Een peuterworkshop van vandaag

    Ik krijg een sms-je van Hanneke van het Karel Appelhuis: “Er liggen een aantal beschilderde doekjes te drogen. Van een peuterworkshop van vandaag, is dat een punt?’’ Vertederd schrijf ik terug: “Nee natuurlijk niet, gezellig juist”.

    Ik ga het missen. Ik ben zo vertrouwd geraakt met de fijne locatie en de tafel voor verfspatten maar vandaag zijn we met de kerngroep Wijkacademie Opvoeden voor de laatste keer bijeen in het Karel Appelhuis. We zijn als groep te omvangrijk geworden voor de locatie. Wat hebben we hier niet allemaal meegemaakt! De eerste bijeenkomst waarbij de sjaal van Hanne in de fik vloog lijkt wel gisteren. Zeventien bijeenkomsten volgden. Where does time go? En wat zijn de opbrengsten geweest?! Dit is niet de juiste plek om uitvoerig op die laatste vraag in te gaan, althans niet op dit moment. Verandering forceert in ieder geval reflectie (en-wellicht-verbetering) dat is in ieder geval wel weer duidelijk.

     

    Het liefst had ik willen blijven in het Karel Appelhuis, maar het is niet anders. Als we op een constructieve manier willen blijven doorwerken en ons gemakkelijk in groepjes willen kunnen verdelen moeten we naar een grotere locatie verhuizen.

     

    Die vent van de kerk

    Als de ouders binnen zijn doe ik de mededeling dat dit inderdaad de laatste keer in het Karel Appelhuis zal zijn. “Maar niet getreurd, ik heb een hele mooie locatie gevonden in Amsterdam Zuid- Oost” grap ik. Sommigen kijken verschrikt op. Ik vervolg: “we zullen vanaf de komende bijeenkomst in de Muiderkerk samenkomen”. “Ja, want die vent van de kerk die was ook bij onze opening aan het Oosterpark”, reageert een van de moeders enthousiast. En inderdaad. Vanuit het stadsdeel is al eerder gesuggereerd contact te leggen met de mensen van de Muiderkerk, maar het werkelijke contact is eigenlijk heel toevallig tot stand gekomen tijdens de opening van onze tentoonstelling aan de kunsthekken van het Oosterpark toen diaconaal opbouwwerker Peter Faber een kijkje kwam nemen. Hij was nieuw in de wijk, dronk een glaasje warme sjoko mee en maakte met iedereen een praatje. Toen was nog niet duidelijk dat we op zoek waren naar een nieuwe locatie maar terwijl we een mogelijke verhuizing bespraken in de groep, kwam een van de moeders met dit idee. Men lijkt enthousiast over de nieuwe stap, maar vind het tegelijkertijd ook erg verdrietig om dit heerlijke pand te verlaten.

    “Laten we dan vandaag nog erg genieten” zeg ik en stel de twee onderzoeksters van de Universiteit Utrecht voor die voor de gelegenheid zijn aangeschoven. De twee dames doen onder leiding van Bob Horjus (die ook zitting neemt in het netwerk van academici) onderzoek naar de methodiek en de opbrengsten van de Wijkacademie Opvoeden. Een aantal ouders zijn al door hen geïnterviewd. “Heb het interview gehad. Leuke meid!” smste een van de moeders mij een week eerder. Ook Daniel Metz is aangeschoven vandaag. Daniel is vanuit het Museum Zonder Muren projectleider van verschillende panelen die in de Transvaalbuurt op pleinen en op scholen hangen en iets van de (Joodse) geschiedenis van de buurt vertellen. Recentelijk is hij door het stadsdeel gevraagd om dialoog tafels op te zetten en was al heel lang voornemens om ook eens te komen kijken bij de Wijkacademie. Daniel is zelf vader van twee kinderen en van Joodse afkomst. Het komt juist daarom goed uit dat hij aanwezig te zijn, vanavond staat immers: ‘Opvoeding en Religie’ centraal.

     

    “Eigenlijk zouden we nu al in de kerk moeten zitten” zegt een van de vaders als ik het onderwerp inleidt. Hij heeft gelijk. Moezdalifa vraagt iedereen terug te denken aan de vorige bijeenkomst. Deze vond plaats in de Meevaart en werd gecombineerd met een discussieavond over de nasleep van de aanslagen in Parijs. Een van de moeders geeft aan dat ze het best een ingewikkelde avond vond: “ik vond het moeilijk om daar te zitten. Ik had eigenlijk niet verwacht dat niet-moslims verbaasd zouden zijn toen ik zei dat ik me als moslim nu best wel bedreigd voel”. Een aantal andere moslim moeders knikken en eentje vertelt dat ze direct na de aanslag niet meer de straat op durfde.

     

    “Als ongelovige is mijn horloge van belang”

    Alle ouders is gevraagd een voorwerp mee te nemen dat belangrijk is in zijn of haar religie. Het was in eerste instantie de bedoeling dat er groepjes zouden worden gevormd om uit te wisselen welke geloven er worden aangehangen, hoe dit zich uit en of men opgegroeid was met deze religie of deze zelf ‘gevonden’ heeft. Vervolgens zou elk groepje de ‘opbrengst’ presenteren waarin duidelijk wordt hoe ieders religie terug komt in de manier waarop hij of zij opvoedt, waar het meegenomen voorwerp centraal voor staat en of je iets nieuws geleerd hebt van het gesprek zojuist met je groepje.

    Een van de opvoeders vraagt echter of het niet ook mogelijk is om dit plenair te doen, “het kost zoveel tijd om eerst in groepjes uiteen te gaan en het dan weer samen te vatten”. Niemand schijnt hier een probleem mee te hebben en zo geschiedde. Er werden verschillende, denkbeeldige, voorwerpen getoond en beschreven. Het horloge van Max, de nieuwe stagiaire van Dream support staat voor het gegeven dat hij niet religieus is en het ‘hier en nu’ van belang is, meer dan het ‘hiernamaals’.

    Moezdalifa luistert via een app naar de Koran op haar mobiele telefoon, “ik kan het niet allemaal verstaan maar ik word hier rustig van”, licht ze toe. Een van de vaders zegt dat hij, hoewel niet gelovig, misschien wel de meest religieuze is van allemaal. Want ook al laat hij zich inspireren door verschillend religies, hij is niet ‘gelovig’ in de traditionele zin van het woord. Hij is een groot voorstander van geloof vertelt hij. “Geloof brengt ook veel ellende met zich mee, maar ik zie de schoonheid van religie in verschijnsels van de natuur en de muziek en heb hier elke dag wel een religieus gevoel bij”. Als voorwerp heeft hij een cd meegenomen van Johannes Brahms. Het Schicksalslied staat voor hem symbool voor religieuze ervaringen.

    “Vroeger dacht ik dat de hele wereld van mij was. Maar later realiseerde ik me dat dit wellicht wat hebberig was. Nu doe ik alles in mijn macht om gelukkig te zijn en mijn eigen religieuze ervaringen vormen daar een groot onderdeel van”. 

     

    ‘Jodendom light’

    “Ik zou mijn Chanoekia hebben meegenomen” vertelt onze gast. Deze 9-armige joodse kandelaar staat symbool voor zijn religie. “Ik ben religieus opgevoed, maar niet strikt. Een soort Jodendom light”, verhaalt hij verder en denkt hardop na over de manier waarop religie in de manier waarop hij zijn kinderen opvoedt een rol speelt. “Onbewust geef je natuurlijk bepaalde waarden en normen door en we vieren de religieuze feestdagen”. Toen hij niet zo lang geleden een van zijn zoontjes van school haalde vertelde een van de docenten dat ‘Aron’ een heel mooi verhaal over Pesach had gehouden voor de klas. “Ik schrok daar een beetje van en vroeg me af hoe de andere kinderen dat zouden hebben gezien. Hoe hun ouders dat zouden ervaren. Hij is het enige Joodse jongetje in een overwegend Islamitische klas”. Een van de moeders van Marokkaanse afkomst herkent dit en vertelt dat zij zelf vroeger het enige Marokkaanse meisje was in een blanke klas. “Mijn moeder was wat dat betreft ook voorzichtig. Dat had niet gehoeven maar ik begrijp haar wel. Het is niet zozeer de reactie van de kinderen. Die zijn nog kleurenblind en, bijvoorbeeld, enthousiast over het Suikerfeest. Het zijn de ouders die vragen en meningen hebben”. Een van de andere vaders vraagt de Joodse vader of hij zich ook zo zou hebben gevoeld als hij en zijn zoontje katholiek waren geweest en hij een spreekbeurt had gehouden in zijn Islamitische klas. “Waarschijnlijk niet”, antwoordt hij.

     

    Van bijbel naar gras

    Opvallend genoeg zijn de deelnemers die Christelijk zijn opgevoed allemaal van hun geloof ‘gevallen’. Sommige hebben de christelijke religie in hun jonge jaren als ‘verstikkend’ ervaren: “Ik ben echt weggerend uit de kerk. De dominee heeft zijn best gedaan om me te redden maar mijn familie liet me vrij. Het schetste uiteindelijk wel hun verbazing dat ik godsdienstwetenschappen ben gaan studeren”. Andere hebben mooie herinneringen aan hun christelijke opvoeding maar geven aan ‘dat het gewoon niets voor hen was’: “ik heb niets met religie. Laat mij lekker met mijn handen in de aarde!”. Desalniettemin zou ieder van hen zich als ‘gelovig’ bestempelen. Maar dan meer in de zin van ‘spiritueel’. “Ik geloof in de natuur. Ik geloof in de kracht van stenen en bomen”, zegt er een. Een ander benadrukt dat “respect voor de ander” wel iets is wat zij heeft meegekregen in haar religieuze opvoeding en dat nog steeds hoog in het vaandel heeft. Een van de moeders is nadat ze was ‘weggelopen uit de kerk’ op een gegeven moment met een Turkse man getrouwd. “Ik ben me toen echt gaan verdiepen in geloof. In de Islam ook. En als ik eerlijk ben moet ik zeggen dat de Islam en het Christendom eigenlijk heel erg op elkaar lijken. Toch kan ik me meer vinden in de Islam. Ik voel me vrijer. Ik ben nu Islamitisch en heb mijn kinderen ook Islamitisch opgevoed”. 

     

    Jullie zijn ook besneden toch?

    “Eigenlijk komen bijna alle geloven op hetzelfde neer” zegt een van de moeders en wijst naar de Joodse vader terwijl ze zegt dat ‘zij’ ook geen varkens eten en ‘zij’ ook besneden zijn. “Toch?” De aanwezigen die een Islamitische opvoeding hebben genoten benadrukken allen hoe belangrijk waarden als ‘respect’ en ‘zorgen voor elkaar’ zijn geweest in hun opvoeding. Verder wordt er over rituelen gesproken, zoals de ramadan, bidden en het Suikerfeest. Maar ook de hoofddoek en de djellaba worden genoemd: “bij Moslims zie je meteen dat het Moslims zijn. Bij Joden en christenen is dat veel minder het geval. Dat maakt ons als groep heel kwetsbaar”, zegt een van de gesluierde dames. “Ja, en soms hebben mensen het ook fout!”, reageert de Pakistaanse moeder en vertelt verder over hoe zij regelmatig voor Moslima wordt gezien terwijl ze ‘gewoon’ hindoe is. 

     

    Atheïstische opvoeding en kletspraatjes

    Het doet me peinzen over wat nou eigenlijk een religieuze opvoeding precies inhoudt, of in zou moeten houden (of juist niet). Als ik zo luister naar de aspecten die iedereen mee heeft genomen uit de eigen (religieuze) opvoeding, zoals respect en naastenliefde, lijkt het eigenlijk heel kwalijk om NIET religieus op te worden gevoed. Maar is dat zo? En bestaat er eigenlijk zoiets als een atheïstische opvoeding? Elke religie heeft regels over hoe een persoon zou moeten leven. En bij opvoeden geeft de opvoeder de opgevoede eigenlijk ook een geheel van waarden en normen, leefregels verhalen en kennis over hoe men zich moet gedragen mee. Opvoeding en Religie lijken dus bijzonder veel op elkaar. En op basis van wat ik vanavond hoor worden alle opvoedingsstijlen, gevoed door religies hetzelfde ingevuld. Met slechts kleine verschillen: ik heb althans de indruk dat er bijvoorbeeld bij het christelijke geloof iets meer nadruk op naastenliefde wordt gelegd, bij de Islam op leefregels en bij het Jodendom op eerbied. Een van de ouders die een Hindu opvoeding heeft genoten geeft aan dat al die drie aspecten even belangrijk zijn in het Hindoeïsme.

     

    Je zou haast willen dat iedereen religieus was denk ik, of in ieder geval hindoe. Maar wat zijn werkelijk de effecten van een religieuze opvoeding? Kunnen we spreken van ‘goed’ of ‘slecht’? In ‘Emile’ van Jan-Jacques Rousseau groeit Emile op buiten de maatschappij: ‘kletspraatjes’ (zoals cultuur en religie) zouden de jeugd verpesten volgens Rousseau. De natuur zou van Emile een goed mens maken. Als ik naar de verhalen van de ouders luister hebben echter juist de religieuze aspecten uit hun opvoeding te maken met het worden van een goed mens.

    Wat gaat er dan toch soms verkeerd? 

     

     

  • Van Meden en Perzen tot Rotterdammer

     

    Vast een paar foto's van de verhalen voorstelling Van Meden en Perzen tot Rotterdammer! Het was mooi, indringend en puur.

    Posted by Ongekend Bijzonder on zaterdag 28 maart 2015

Pagina's