Schalkwijkse conferentie over opvoeden en onderwijs
woensdag 25 juni 2014
woensdag 25 juni 2014
Thema’s benoemen
Mannen in uniform
Het regent. Het is de eerste keer dat ik totaal verregend het Karel Appelhuis binnenstap en dat terwijl ik in mijn vorige blog nog zo enthausiast schreef over mijn verlangen naar de lange zomeravonden die zouden volgen. Het bezoek van Jack Druppers, de vrolijke wijkagent van de Don Boscobuurt zorgt echter voor warmte en vreugde. Terwij Jack met zijn donkerblauwe uniform het Karel Appelhuis betreedt denk ik: het blijft imponerend.
Lampjes aan mijn rugzak
Jack is vandaag op bezoek om kennis te maken met de Wijkacademie Opvoeden. We hangen aan zijn lippen terwijl hij vertelt over zijn ervaringen bij de politie en over hoe hij er mede verantwoordelijk voor is dat de meeste Amsterdammers heden ten dage met lichtjes op de fiets rondrijden. Alle aanwezigen kunnen zich de grootschalige controles in 2000 op het Heinekenplein nog heugen. Een van de moeders is zelfs nog steeds verontwaardigd: “Nou, en ik had gewoon mijn lampjes aan mijn rugzak hangen, maar dat was niet goed volgens meneer de agent”.
De Politiekids van Jack
Jack verhaalt over zijn huidige werk als wijkagent en over zijn buurtproject ‘politiekids’ Bij politiekids worden jonge kinderen betrokken bij politiewerk en zodat de politie de kinderen en hun ouders in de buurt op een positieve manier leren kennen om zodoende een goede en duurzame relatie met hen op te bouwen. We luisteren met belangstelling naar de uiteenzetting van de verschillende acties die hij met zijn politiekids onderneemt en ook naar de anekdote waarin een van deze acties een jongen die de week ervoor nog in de cel had gezeten, wellicht op het juiste pad bracht.
Leren van de dierenwereld
We blikken gezamenlijk terug op de inspiratieochtend van afgelopen week. De reacties zijn enthousiast: “Ik heb veel geleerd”, zegt een van de moeders en een andere moeder geeft aan dat ze het zo leuk vond om ook de ouders van de andere Wijkacademie te ontmoeten. Ik ben verblijd dat ik op mijn beurt ook veel positieve reacties van partners en andere bezoekers aan de inspiratieochtend kan terugkoppelen. “En jouw verhaal over de vraag wat we kunnen leren over opvoeden als we naar de dierenwereld kijken heeft ook iedereen zo geplezierd” deel ik de auteur ervan mede. Hij bloost.
“Wat mooi, heb ik dat gezegd?”
De vorige bijeenkomst hebben we belangrijke thema’s die in de buurt spelen benoemd en deze keer kiezen we de belangrijkste. Daarnaast kijken we naar manieren om deze thema’s te vertalen naar activiteiten zodat ze breder in de buurt bespreekbaar kunnen worden. We hebben het nogmaals over het belang van historisch besef en ik wend mij tot een van de opvoeders terwijl ik zijn argumentatie over het belang hiervan reproduceer: Als je weet waar je wortels liggen dan kan je groeien. “Wat mooi. Heb ik dat gezegd?” antwoordt hij bescheiden. We gaan de verschillende thema’s na en ik noteer alles op een groot vel papier.
Ik stel u voor uw dochter, ik stel u voor uw zoon
Ouderbetrokkenheid lijkt een prangend thema. “Ja, maar dan echte betrokkenheid!” zegt een van de opvoeders en we constateren dat ‘men’ bij ouderbetrokkenheid vaak aan het onderwijs en aan deelname aan 10 minuten gesprekken denkt. Ouderbetrokkenheid is volgens ons echter ook van toepassing op zaken als het bijwonen van de dansvoorstelling van je kind, het betrokken zijn bij de leefwereld van je kind...door bijvoorbeeld de namen van zijn of haar lievelingsknuffels te kennen. Daarnaast stellen we vast dat er verschillende soorten betrokkenheid bestaan: actieve vs. passieve. “Je hebt ook ouders die dan wel meegaan naar de speeltuin maar verderop op een bankje gaan zitten, wat met een telefoon gaan zitten prutsen en verwachten dat iemand anders wel op hun kinderen let”. Misschien is het leuk om te inventariseren in de buurt wat kinderen willen dat hun ouders van hen weten. “Ik stel u voor uw dochter, ik stel u voor uw zoon” zou dat project dan heten.
Voeden om te kunnen kiezen
Wat we verder van belang vinden in de buurt is dat kinderen blijvend gevoed worden met kennis omdat we ervan overtuigd zijn dat wanneer je voldoende kennis bezit, het makkelijker is om keuzes te maken. Daardoor sta je krachtiger in het leven.
Het belang van historisch besef van de buurt wordt opnieuw besproken en we smeden al voorzichtig plannen om ‘iets’ rondom dit thema te doen. Ik schrijf wild mee met alle ideeën die er over tafel vliegen: “Een speurtocht langs historische plekken in Oost”, een boekje met interviews waarin kinderen ouderen interviewen”. “Ja!”, “en daar weer een toneelstuk van maken!” wordt er gereageerd. We converseren verder ook over het idee om ouders hun sprankelmomenten te laten
“Maar er is wel al heel veel wat wordt aangeboden” klinkt er. “We moeten niet het wiel opnieuw uitvinden”. Ik denk stilletjes na over hoe rampzalig het daadwerkelijk is wanneer een nieuwe groep kinderen betrokken raakt bij een idee dat al eerder is verzonnen en wordt verblijd door het ‘vernieuwende voornemen’ van onze vogelaar. Hij wil vanuit de wijkacademie excursies ontwikkelen waarin ouders en kinderen meegenomen worden door het Flevopark. “Kinderen raken zo vervreemd van de natuur” zegt hij, en op deze wijze kunnen zowel ouders als kinderen leren over de verschillende vogels aldaar en ook over de manieren waarop de verschillende vogels hun jongen opvoeden, “om op een subtiele manier met verschillende opvoedstijlen in aanraking te komen en wellicht reflectie op de eigen stijl teweeg te brengen”. De wijkagent luistert en doet ook aandachtig mee.
Ook de andere thema’s die we al regelmatig besproken hebben passeren de revue. Veel van de thema’s hebben uiteindelijk te maken met tweedeling in de buurt, met communicatie en met verbinding. En met tijd nemen en hebben voor opvoeden.
Tijd voor opvoeden
Onder de noemer ‘Tijd voor opvoeden” kunnen we het eerste halfjaar verschillende activiteiten verzinnen. Hieronder valt namelijk historisch besef, actieve ouderbetrokkenheid, opvoeden 2.0 (hoe voed je op in een digitaal tijdperk?) en het bij elkaar brengen van verschillende generaties door bijvoorbeeld een glossy met straattaal voor ouders samen met jongeren te maken.
We besluiten dat we om te beginnen in ieder geval voor de zomer nog naar buiten te treden als wijkacademie Opvoeden Amsterdam Oost. En wel met een foto tentoonstelling waarbij we onszelf door elkaar laten portretteren tezamen met een voorwerp dat symbool staat voor de manier waarop wij zijn opgevoed. Om krachtig naar buiten te treden met z’n allen, maar ook om met de bezoeker van de tentoonstelling het gesprek over opvoeden aan te gaan.
Tante Toos
Ook zijn we Tante Toos nog niet vergeten. We sparren over een theaterstuk waarin Tante Toos en Oom Mohammed meekijken naar het gedrag dat kinderen vertonen in de wijk. Want wie is de Tante Toos van deze tijd? En wie is Oom Mohammed? Whatsappt Tante Toos of gebruikt ze stoepkrijt om te communiceren?
We zijn allang begonnen maar nu begint het echt
We sluiten de avond af door in een kring te staan. We werpen een mandarijntje naar iemand die de vraag: ‘Wat neem je mee’ moet beantwoorden. Uit alles blijkt enthousiasme, inspiratie en zin. Ik denk ook na over wat ik moet aandoen op de foto de volgende keer. We zijn heel duidelijk in een nieuwe fase terecht gekomen nu. Mijn vorige blog eindigde ik met de boodschap dat we nu echt aan de slag gaan. Daar wil ik nu graag de volgende zin aan toevoegen: We zijn allang begonnen maar nu begint het echt.
woensdag 25 juni 2014
Dromen voor de buurt
Dromen voor de buurt
Net voor de kerstdagen vorig jaar koos ik het Karel Appelhuis als locatie voor de bijeenkomsten van de kerngroep van de Wijkacademie. De avonden waren nog kort en ik fantaseerde over het moment waarop het de gehele samenkomst nog licht zou zijn buiten. Zouden we dan met opengeslagen deuren naar de markt onze ‘sessie’s’ houden? Met ijsjes misschien wel? De deuren blijven dicht, de voorbijgangers buiten maar binnen gaan we weer vol aan de slag met elkaar.
Geknipt, gekapt en afgeschoren baarden
We staan in de aandacht vandaag. Er is niet alleen een fotograaf aanwezig, maar later op de avond wordt er ook gefilmd. De opvoeders druppelden binnen. De een had zijn baard afgeschoren, de ander zijn haar geknipt en weer een ander haar haar geverfd. Het was alsof iedereen de media attentie al voorspeld had.
We praten even bij over de vakantie die achter de rug is en over de inspiratie dag op 22 mei waarbij de verschillende Wijkacademies zich aan elkaar en aan het grotere publiek zullen gaan voorstellen. ‘Wat is dit?’, vraagt een vader plotseling verafschuwd terwijl hij een oranje vrucht in de lucht houdt en er een zuur gezicht bij trekt. “Haha, dat is een ‘Tangelo’, die zijn een stuk bitterder!” wordt er gereageerd en iedereen schiet in de lach.
Ogen en oren van de wijk
“Jullie zijn de ogen en oren van de wijk” zegt Hanne en vraagt iedereen om op een denkbeeldige lijn die een schaal van 1 tot 10 aangeeft, een plek in te nemen om de buurt een ‘cijfer’ te geven. Een vader staat ongeveer precies in het midden, “Het is een stuk beter geworden nu. De drugspanden zijn weg bijvoorbeeld. En door de komst van Studio K is de buurt ook een heel stuk beter. Maar het kan echt nog bergopwaarts, daar moeten we aan werken”. Een moeder staat bijna bij ‘nul’. Ze vertelt over het overschot aan te kleine sociale huurwoningen in de Dapperbuurt: “Daardoor spelen kinderen savonds zonder toezicht op straat en dat is niet goed. Dan komen er groepen tegenover elkaar te staan”. Ze gaat verder door te vertellen hoe zij zag dat na het ‘Minder Marokkanen’ incident van Geert Wilders, een Marokkaans meisje een autochtoon jongetje uitschold voor Wilders en zei dat hij moest oprotten. De oma van dat meisje heeft haar vervolgens streng aangesproken maar de volgende dag stond er groot op de stoep geschreven dat alle Nederlanders gek zijn en moeten oprotten. “Er zijn dan opeens dus twee groepen en je wordt of je het nou wilt of niet in de een of juist de andere groep gestopt”. Ze kijkt er moedeloos bij. Dit was juist de reden waarom zij een buurttuin is gestart: om de polarisatie in de buurt tegen te gaan.
Struikelen over de kogelhulzen
Een andere opvoeder geeft de buurt een acht. “Het woonerf waarop ik leef is drie jaar geleden gerenoveerd en de mensen die zijn teruggekomen zijn ook de mensen die echt van de buurt houden”. Ook vertelt hij dat waar nu de goed onderhouden geveltuintjes een middel zijn om in gesprek te raken met je buren, je vroeger struikelde over de kogelhulzen.
Terwijl iedereen het cijfer motiveert wordt duidelijk dat de buurt er wel degelijk op vooruit gaat. Dat erkent en benoemd iedereen. Desalniettemin bestaan er nog steeds problemen. Met name de ‘tweedeling in de buurt’ wordt als problematisch ervaren. “En mensen zijn bang voor elkaar”.
Als we vervolgens individueel op grote bladen inventariseren welke thema’s er in de buurt leven kunnen we een verschil tussen de problematiek in de hardware en de software van de buurt onderscheiden:
Wat de hardware betreft is er te veel verkeer, te weinig groen, te veel kleine en slecht onderhouden sociale woningen, er zijn slechte scholen, er is te weinig werkgelegenheid, en er zijn te weinig speelplaatsen. Op het gebied van de software kan er ook nog wat veranderen: er is te weinig uitwisseling op het gebied van opvoeden, te weinig ‘historisch besef: kennis van de geschiedenis van Oost, er is te weinig verbinding tussen verschillende groepen bewoners (met name hangjongeren worden genoemd), en er wordt te weinig kennis gedeeld.
Als je weet wat jouw wortels zijn, dan pas kan je groeien
We praten verder over mogelijke activiteiten om de problematiek breder in de buurt bespreekbaar te maken en staan stil bij het belang van historisch bewustzijn. Ik stel de vraag waarom het van belang is om bewust te zijn van de geschiedenis van je buurt. “Als je weet wat jouw wortels zijn, dan pas kan je groeien”. Iedereen valt even stil en denkt er verder over na. Hier hebben we een mooi thema te pakken.
Dromen voor de buurt
Op basis van zojuist uitgesproken problematiek die we zien in de buurt tekenen, schilderen en plakken we hoe we de ideale buurt voor ons zien op ‘droomwolken’.
En hoewel een opvoeder eerst nog zegt: “Oh jee, dit is niets voor mij!”, gaat ook hij op een gegeven moment mee in het enthousiasme van iedereen en begint hij te knippen en te plakken. Een moeder drukt haar hand op het bord verf en maakt een mooi patroon van handen die naar elkaar reiken: “in mijn droom voor de buurt zijn mensen meer verbonden met elkaar”. Een vader tekent een voetbalveld: “het begint met de jeugd”.
Deze keer hebben we de belangrijke thema’s die in de buurt spelen benoemd. De volgende bijeenkomst maken we een top 10 en gaan we kijken naar manieren om deze thema’s te vertalen naar activiteiten zodat ze breder in de buurt bespreekbaar kunnen worden. Ik denk na over het belang van historisch besef. Zouden angst en tweedeling inderdaad bestreden kunnen worden wanneer je weet welke ‘helden’ er allemaal zijn opgegroeid in Amsterdam Oost? Of welke rol de haven speelde tijdens de gouden eeuw? Zou het omgaan met elkaar in de buurt allemaal gemakkelijker worden wanneer iedereen meer bewustzijn heeft bijvoorbeeld over de Joodse geschiedenis van Amsterdam Oost? Bekend maakt bemind. Bemind maakt beschaafd? Ik zie het als een uitdaging. Ik zie het ook als een uitdaging om niet alleen projecten te ontwikkelen maar ook om het ontwikkelen zelf als onderdeel van het project te integreren waarbij verschillende groepen worden samen gebracht .
Je zou er haast mismoedig van worden, ware het niet dat de opvoeders tegelijkertijd met hele concrete oplossingen komen, die met name in het gebied van de software ook daadwerkelijk verschil kunnen uitmaken!
woensdag 25 juni 2014
Hoe voed je zelf op?
De kleur van het supermarkt logo
Deze keer was zijn dochter er. Ik ontmoette haar vader tijdens de opening van Oostpoort in de eveneens net geopende supermarkt tegenover het MuzyQ gebouw. We stonden beide bij het koffie apparaat en terwijl hij me hielp met het verkrijgen van een plastic bekertje raakten we aan de praat. Over de veranderingen in de buurt, over zijn kinderen, zijn werk en over opvoeden. Over vooroordelen en over de het felle geel van het logo van de supermarkt. Ik luisterde aandachtig naar zijn analyse van de buurt en vroeg hem of hij interesse had om deel te nemen aan de wijkacademie opvoeden. Ik kreeg zijn telefoonnummer.
We spreken voor een kennismakingsgesprek af bij hem thuis en daar ontmoet ik ook zijn lieve vrouw, zijn nichtje en zijn dochter. De rest van zijn kinderen is nog op school. Terwijl we met z’n allen op een lange, met gele stof bekleedde, bank zitten praten we honderduit: over de buurt, jongerenwerkloosheid en de over Wijkacademie Opvoeden. Maar ook vertelt hij over de keer dat zijn buurvrouw dacht dat hij een inbreker was toen hij het beneden raam aan het repareren was. En over de keer dat hij met zijn eigen defecte brommer aan de hand naar huis liep en door een agent werd aangehouden met de vraag wat er allemaal aan de hand was. Hij wil zich wel inzetten voor de buurt. Ook middels de Wijkacademie. De aankomende bijeenkomst is hij echter verhinderd, maar zijn dochter kan wel. En dat gebeurt.
Ik zou een hele goede vader zijn geweest
Niet alleen zijn dochter is nieuw deze keer. Een andere moeder komt ook voor de eerste keer aanschuiven bij de Wijkacademie en vanuit Diversiteitsland komt de nieuwe stagiaire mee deze keer: Serkan. Vader van twee kinderen.
Iedereen stelt zich voor aan de nieuwelingen. “Ik heb zelf geen kinderen maar ik zou wel een hele goede vader zijn geweest” zegt onze opvoeder zonder kinderen. Iedereen geeft er blijk van zich dat heel goed te kunnen voorstellen en bovendien…. dit is precies waar de wijkacademie over gaat: Iedereen is opvoeder.
Het is dezelfde opvoeder man die tijdens de afgelopen bijeenkomst opmerkte dat hij helemaal niet wist wat er vandaag de dag op scholen allemaal geleerd wordt. En het is deze man die in is gegaan op de uitnodiging van een van de moeders om een keer op de school van haar zoon te komen kijken. “Het was heel leuk, de leerlingen zelf gaven mij een rondleiding. Het leek me een hele fijne school”.
Uw dochter heeft een achterstand want haar ouders zijn allochtoon
Het onderwerp onderwijs wordt meteen omhelst. “Welke school was dat dan?!” vraagt een moeder fel. Op de lagere school waar haar dochter zit werd haar namelijk tijdens een oudergesprek verteld dat haar dochter een achterstand heeft, “omdat ze allochtone ouders heeft”. Het valt even stil. Voor sommigen is het herkenbaar. “Ja. En dan wordt iedereen maar afgescheept naar het VMBO” reageert een andere moeder. Nog meer horror verhalen over het onderwijs en de zin en onzin van de citotoets, gefrustreerde leraren, witte en zwarte scholen, grote klassen, discriminatie, ouderbetrokkenheid en het lamslaan van creativiteit van kinderen volgen. We hebben hier zeker een belangrijk en prangend thema te pakken en we stellen ons direct ook de vraag wat we hiermee als Wijkacademie gaan doen. “We moeten een conferentie organiseren” zegt een boze vader, “samen met de leerlingen. We moeten ervoor zorgen dat er meer aandacht komt voor de individuele leerling”. We besluiten met z’n allen dat we het thema onderwijs belangrijk vinden en dat we hier een volgende keer op door gaan.
Als we hebben afgesproken dat je niet boos wordt dan word je ook niet boos
We zetten het gesprek voort. Iedereen heeft thuis aan het eigen kind gevraagd wat ze van hen vinden als opvoeder. Wat vinden ze goed? en wat ze anders zouden willen?
De uitspraken van de kinderen worden op verschillende post-its geschreven en aan de muur gehangen. Een derde post-it wordt gereserveerd voor wat de ouders zelf van de uitspraken van hun kinderen vinden. Het lijkt erop dat de meeste kinderen heel positief zijn over de manier waarop hun ouders hen hebben opgevoed. “We praten veel”, “Er is veel geduld”, “Je bent lief”, “Streng maar rechtvaardig”, “Je staat altijd voor me klaar” en “Als je afspreekt om niet boos te worden dan word je ook niet boos”. Maar weinig kinderen lijken de opvoedstijl van hun ouders niet te waarderen of te willen veranderen. We lezen “misschien iets te zorgzaam” , “je bent niet altijd duidelijk” en “te streng”. We reflecteren erop en de ouders begrijpen de reactie van hun kind, maar blijven staan achter hun zorgzaam-, of strengheid.
Kriebeldood
Je zou haast denken dat de ouders van Wijkacademie het geheim van een goede opvoeding kennen gezien het gemak waarmee hun kinderen hen complimenten geven en eigenlijk niets aan de opvoedingsstijl van hun ouders willen veranderen. De nieuwe moeder heeft haar dochter even gewhatsappt: “ha! Ze vindt mij ook te streng soms”.
We kijken een filmpje over ‘Het geheim van een goede opvoeding’, iedereen schrijft gretig mee. Als we de ouders zelf vragen naar het geheim van een goede opvoeding, zegt een van de ouders dat ze dit het wel pretentieus vindt om te praten over ‘het geheim van een goede opvoeding’: “dat kan ik toch niet zeggen. Ik kan toch niet pretenderen dat ik het allemaal weet?!”. Maar deze moeder denkt wel dat het heel belangrijk is om andere ook de ruimte te geven om jouw kind op te voeden. Iedereen verzamelt vijf kernbegrippen die volgens hen horen bij het geheim van een goede opvoeding. We hangen ze op de muur en bespreken en groeperen ze. Uiteindelijk komen we met z’n allen op een top tien:
Met ‘kriebeldood’ bedoelen we dat je als ouder zo nu en dan ook even helemaal niet serieus hoeft te zijn en gewoon lekker gek kan doen met je kind. Dat verzet de zinnen en bevordert de creativiteit.
Elke kernwaarde levert een korte discussie op. Zo vindt een moeder ‘grenzen stellen’ helemaal niet belangrijk: ‘’grenzen moeten juist overtreden worden, zo leer je en ontwikkel je jezelf!”. Hierover is de groep verdeeld. Want natuurlijk leer je door vallen en opstaan maar het moet wel beperkt blijven, “ik wil gewoon niet dat mijn kind met vuur speelt”.
De bijeenkomst vliegt weer voorbij. Ik ben blij dat opnieuw belangrijke thema’s zijn benoemd. Terwijl ik de post-its van de muur trek en naar onze lijst met de tien geheimen achter een goede opvoeding constateer ik dat eigenlijk alle kernwaarden zijn afgeleid van ‘veiligheid bieden’ en ‘vertrouwen genereren’. Ook denk ik terug aan de vogelaar in onze groep die regelmatig vergelijkingen maakt met de vogelwereld als het over opvoeden gaat. “In de vogelwereld zijn er vogels die maar één ei leggen en dat kuiken wordt heel lang opgevoed”. Ik denk aan mijn moeder en aan haar twee kuikens: mijn zus en ik . Ik heb nog steeds het gevoel dat mijn moeder mij aan het opvoeden is, zeker als het gaat om ‘veiligheid en vertrouwen’. Want uiteindelijk (en natuurlijk in het meest ideale geval) zijn je ouders dat voor altijd: een ‘safe haven’ (mokum) van veiligheid en vertrouwen.
woensdag 25 juni 2014
In Haarlem, Den Haag en Amsterdam bestaan Wijkacademies Opvoeden. Deze wijkacademies worden gedragen door kerngroepen van ouders en soms ook jongeren. Zij spreken met elkaar over belangrijke opvoedthema’s en bedenken plannen om de onderwerpen die zij belangrijk vinden op een aantrekkelijke manier in hun wijk aan de orde te stellen.
De Wijkacademies worden ondersteund door de stichting BMP en lokale partners. Vanaf oktober 2015 zal de rol van BMP worden overgenomen door professionals van bestaande instellingen uit de omgeving van de Wijkacademies. Vanaf die datum gaat er in de drie experiment-gemeentes ook een tweede Wijkacademie Opvoeden van start.
Om professionals van Centra Voor Jeugd en Gezin, Ouder-en-Kind teams, Opbouwwerk, Sociale Wijkteams, en dergelijke voor te bereiden op het ondersteunen van Wijkacademies opvoeden organiseert de stichting BMP in samenwerking met Lotus&Tulip een speciale cursus.
Inschrijven voor de cursus kan tot 10 september 2014 door een e-mail met motivatie en CV te sturen aan: opvoeden@stichtingbmp.nl o.v.v cursus voor professionals
Doel van de cursus
Het vergroten en versterken van de handelingsmogelijkheden van professionals om langdurige netwerken van ouders en jongeren rond het thema opvoeden op wijk- en buurtniveau te stimuleren en de ondersteunen.
Profiel deelnemers:
HBO niveau en minimaal vier jaar werkervaring
Uitgangspunten
Resultaten
Deelnemers leren aan de hand van praktijkoefeningen, theoretische inzichten en onderlinge uitwisseling, nieuwe methodieken en benaderingen om het gesprek van ouders (en jongeren) over opvoeden te ondersteunen, zonder zelf de regie over te nemen.
Na het traject zijn deelnemers in staat om:
donderdag 19 juni 2014
De rapgroep GoHardCrew uit de Schilderswijk maakte speciaal voor het project Wijkacademies Opvoeden en meer een rap over opvoeden. Tijdens de inspiratieochtend van 22 mei was de rap voor het eerst te horen.
woensdag 18 juni 2014
In opdracht van de Wijkacademie Opvoeden in Schalkwijk (Haarlem) maakte 2020 producties een korte film over het belang van samenwerking tussen ouders en school. De premiere was 4 juni tijdens de Schalkwijkse conferentie over opvoeden en onderwijs.
dinsdag 3 juni 2014
Op 20 juni is het dubbel feest. Dan worden de certificaten uitgereikt aan de AMWAHT-cursisten in zowel Utrecht als Amsterdam Noord.
In Utrecht werden de AMWAHT-deelnemers opgeleid door Stichting Mantelzorg, in Amsterdam Noord door Stichting Doras. De certificaten worden in Utrecht uitgereikt aan 15 cursisten door wethouder Jongerius in het Stadhuis, vanaf 15.30 uur. In Amsterdam Noord ontvangen 8 deelnemers hun certificaat uit handen van Will van Schendel, directeur van Stichting Doras, bij Doras in de Statenjachtstraat 2. Daar begint het officiele programma om 14.30 uur.
maandag 2 juni 2014
maandag 26 mei 2014
Opvoeden is een zaak van alledag, maar we praten er weinig over. In Amsterdam, Haarlem en Den Haag zijn Wijkacademies Opvoeden gestart. Hier komen ouders samen om te praten over hun ervaringen en plannen te maken voor hun eigen wijk. Ze worden ondersteunt door lokale organisaties en stichting BMP. Een uniek experiment.
vrijdag 16 mei 2014