Video's

  • Oorverdovend stil en ronduit ziek

    Auteur: 
    Margreth Hoek

    © Margreth Hoek - Pluimen in de wind

    "Jij bent de eerste die vraagt naar de impact van mijn ziekte op het opvoeden en mijn ouderschap. Waarom is deze vraag niet gesteld door mijn huisarts, in het ziekenhuis of door mijn ergotherapeut?" zo reageert een moeder met reuma die deelneemt aan de VerhalenKaravaan van het Project Ronduit ziek, een initiatief van stichting BMP. Deze Karavaan bestaat uit inspiratiegesprekken waarin de wens van een ouder met een langdurige ziekte centraal staat. Hoe willen zij binnen en buiten het gezin praten over ouderschap, opvoeden en de impact van de ziekte? 

    Dit blog sluit aan bij haar wens: zij wil meer bekendheid geven aan de impact van een langdurige ziekte van een ouder op alle gezinsleden. Ook wil zij dat er wordt nagedacht over wanneer je dit aankaart zodat de communicatie binnen gezinnen sneller kan ontstaan en ouders niet in hun eentje moeten uitvogelen hoe ze dit het beste kunnen aanpakken. Haar wens sluit aan bij de Week van de Ouder, waarin de veerkracht van de vier buffers van het ouderschap centraal staan en de Week van de Jonge mantelzorger met het motto 'Deel je zorg'.

    Tijdens ons kennismakingsgesprek vertelt ze dat ze veel dingen leuk vindt. Zo houdt ze van boeken over dingen die echt zijn gebeurd en ook van thrillers. Ze kijkt breed en heeft interesse in hoe anderen dingen zien. Ze houdt van reizen, legt tarotkaarten en werkt creatief met edelstenen. Mensen zeggen over haar dat zij een kunstenaar is, omdat ze zulke mooie dingen maakt. 

    Toen ze 25 was, kreeg ze reuma, een ziekte die haar steeds meer beperkt. Inmiddels is ze 51 en moeder van twee pubers die op de middelbare school zitten. Ze is gescheiden en de kinderen zijn een deel van de tijd bij hun vader.

    Deze moeder vindt een gesprek over de impact van de ziekte op het opvoeden en ouderschap belangrijk, maar waarom is dit gesprek nog niet ontstaan? De huisarts, ergotherapeut, artsen in het ziekenhuis die haar steunen hebben het nooit over het opvoeden en ouderschap gehad. Dit zou toch kunnen passen bij ergotherapie waar ze leert om met weinig energie het huishouden te doen?

    Zelf is ze om diverse redenen niet over het opvoeden en ouderschap begonnen. Opvoedondersteuners zouden het een verborgen vraag noemen: niet weten dat je een vraag hebt en dus ook niet weten hoe je je vraag kunt verwoorden. Ook heeft ze behoefte aan het gevoel van invloed willen hebben op dit deel van haar leven. De ziekte heeft al overal invloed op, het opvoeden zou ze daarvan vrij willen houden.

    Ook spelen ideeën van de samenleving mee: Opvoeden zou je gewoon moeten kunnen. Achteraf gezien heeft zij toen de kinderen klein waren meer gedaan dan ze eigenlijk aankon. Dit ging soms gepaard met een snauw terwijl de kinderen dat niet verdienden. Het is een periode die ze graag op een andere manier over zou willen doen. Gevoelens van schuld en schaamte horen daarbij en ook die belemmeren een gesprek.

    Haar persoonlijke wens is dat ze haar dochters meer wil laten begrijpen van de cirkel van vermoeidheid. Door de pijn kan zij minder hebben van de omgeving, slaapt ze minder goed, en begint ze de dag in de min en dan moet er nog van alles. En ook dat idee maakt weer moe. Deze cirkel van vermoeidheid staat vaak tussen dat wat haar kinderen willen en wat zij aankan.

    Als moeder vindt ze het belangrijk om de ontwikkeling van haar kinderen te volgen. Maar het leven met een lichaam dat voelt alsof je er verkeerd om inzit, is tegengesteld aan de flexibiliteit die nodig is om opgroeiende kinderen groot te brengen. Het vraagt om het herdefiniëren van het opvoeden en ouderschap. Ze vertelt over haar kwaliteiten. Dingen die ze niet op school heeft geleerd, maar die haar moeiteloos afgaan. Maar bij het opvoeden kan ze die kwaliteiten niet altijd inzetten omdat ze onvoldoende afstand heeft. Wie of wat zouden kunnen helpen om met afstand naar haar ouderschap en opvoeden te kunnen kijken zodat ze haar vaardigheden wel kan inzetten?

    De impact van ziekte is dat het opvoeden en ouderschap gedwongen moeten transformeren. Welke transformatie klopt, kunnen ouders als expert van hun eigen leven zelf ontdekken of uitvinden. Het voelt bijzonder dat ik zo dichtbij mag komen en zien wat deze moeder inspiratie biedt voor het vinden van oplossingen die bij haar passen. Aan het eind van het gesprek zegt ze: "Mijn kinderen geven wat ze nodig hebben en niet jezelf verliezen. Dat heb ik in de loop van de jaren geleerd."

    De inspiratiegesprekken worden opgenomen en bewerkt tot een geluidsbestand. Zo kunnen de deelnemers aan de VerhalenKaravaan elkaars verhalen horen en daarop reageren.

  • Anders normaal - Normaal Anders

    Auteur: 
    Margreth Hoek

    © Margreth Hoek - Verlangen naar buiten - leven in Coronatijd (detail van collage)

    Hoe kan ik met mijn bijna volwassen kinderen praten over het “Anders normaal”? Dit is de vraag van een moeder die ongeveer twee jaar weet dat ze een chronisch ziekte heeft met een onvoorspelbaar verloop. Of een nieuwe behandeling zal aanslaan, is onduidelijk. Het “Anders normaal” verwijst naar de impact van een chronische ziekte op haar, het gezinsleven en de onderlinge relaties. Met deze ouder had ik een narratief inspiratiegesprek voor de Verhalen Karavaan van het project Ronduit ziek; een gesprek waarin de hoop of wens van de ouder centraal staat.

    Ik kreeg een inkijkje haar zoektocht naar het praten met de bijna volwassen kinderen over het “Anders normaal”. Hoe en wanneer kan je over de ziekte praten, zonder dat de kinderen zich zorgen gaan maken, hen te belasten en ruimte vinden het voelen van onderlinge verbintenis? Voor zo’n gesprek aan tafel gaan zitten, dat voelt raar en ongemakkelijk. Wachten op het juiste moment klopt ook niet, want dat komt niet. Zij heeft uitgevonden dat je zelf het moment moet creëren. Praten over de medische situatie, de gevolgen daarvan en wat dat betekent gaat voor haar het beste tijdens alledaagse activiteiten zoals afwassen, wandelen, het eten en natafelen.

    Dit inspiratiegesprek wordt als podcast onderdeel van de Verhalen Karavaan Ronduit ziek. Het bijzondere aan delen van verhalen over eigen ervaringen is dat luisteraar én verteller zichzelf beter leren kennen. De deelnemers kunnen na hun inspiratiegesprek de verhalen van andere ouders beluisteren. Zij worden uitgenodigd om vanuit eigen ervaringen te reageren op wat ze van andere ouders horen.

    Wat herken je?.... Wat raakt je?.... Wat inspireert je?...

    Ook ik beantwoord deze vragen in een brief die ik na elk inspiratiegesprek aan de ouder schrijf. Het afgelopen weekend heb ik dan ook veel nagedacht over het Anders normaal. De acceptatie dat je leven Anders normaal is geworden, het heeft me verwondert en vroeg me af: zou die term ook bij mij passen?

    Mensen die mij persoonlijk kennen, weten dat ik ben opgegroeid in een gezin waar de psychische ziekte van mijn moeder impact had. Deze ervaring is een draad in mijn leven waaraan ik steeds andere betekenissen blijf toevoegen. Anders normaal klopt niet, maar als ik het omdraai naar Normaal Anders, dan klopt het ineens wel. Ik reageer heel normaal op het opgroeien in een thuissituatie die bij tijd en wijle als niet normaal of ronduit gek benoemd kan worden.

    Normaal anders, doet me denken aan een inspirerende lezing van Antoinette Berkelbach tijdens het symposium Kinderen van Ernstig Zieke Ouders, 31 oktober 2019. Zij is GZ-psychologe bij het OLVG-ziekenhuis en praat met alle gezinsleden als een ouder geconfronteerd wordt met een (levensbedreigende) ziekte. Haar vakkennis, nuanceringen en gevoeligheid voor het perspectief van kinderen en ouders deed me denken aan ouderbegeleider Alice van de Pas. Antoinette normaliseert de reacties en veranderend gedrag van kinderen en spreekt hierover met ouders die zich zorgen maken. Dat andere gedrag past bij het Anders normaal van het leren leven met een ziekte van een ouder. Het is daarmee Normaal anders.

  • Tussen hoop en vrees

    Auteur: 
    Saskia Moerbeek

    5 mei 2020

    Nu we langzaam richting een heropening van het normale leven gaan, zijn de telefonische gesprekken met de moeders van de Wijkacademie Stromend Overvecht[1] anders dan hiervoor.  Hoe gek het ook klinkt. Leven in lockdown, en de meeste nemen dit zeer serieus, is in ieder geval duidelijk. Je weet waar je aan toe bent. Maar nu we weer een beetje naar normaal neigen (het nieuwe normaal), dan slaat de twijfel toe. Is het verstandig om je kinderen op 11 mei weer naar school te laten gaan? Hoe moet dat nu met de kwetsbare ouders en met de oudere meesters en juffen? Maar ze zien ook dat het voor de kinderen heel erg belangrijk is. De meesten missen school heel erg en beginnen zich steeds meer te vervelen.

    Wat wel weer prettig is, in ieder geval tot 11 mei, is de combinatie van Ramadan en schoolvakantie. Nu kunnen de gezinnen lekker laat samen eten en het gezellig hebben. Ze kunnen toch uitslapen de volgende dag. Het zal wel omschakelen worden als de school weer begint. Een enkeling heeft het zwaar met de ramadan, moe, hoofdpijn, maagzuur ..., maar het merendeel vindt het eigenlijk best gezellig zo en het is ook een stuk rustiger. Je kan eenvoudiger koken, hoeft niet dagen met boodschappen te slepen. Het klinkt vreemd, maar ook over de vraag of het vanwege je gezondheid niet beter is om met vasten te stoppen, blijk ik een gesprekspartner te zijn. Of beter gezegd een luisterend oor. Soms zeg ik, “Je mag het vasten ook later inhalen toch?” Als ik denk dat iemand het echt niet meer aankan. De keuze wat ze doen ligt natuurlijk altijd bij hen zelf. Door de combinatie van Ramadan en vakantie zijn er nu ook diverse kinderen die besluiten om mee te doen. Hun ouders vinden het leuk, zolang ze het zelf willen en niet overdrijven.

    Wel of niet naar school?

    Als ik zeg, “op 11 mei mogen de kinderen weer naar school he?” Krijg ik verschillende reacties. Een paar vrouwen geven aan dat ze het best spannend vinden. Hoe zal het gaan? Komt het virus niet terug? Heb ik wel gehoord over dat nieuwe kindervirus? Hoe erg is dat? Wat moeten we daar nu van denken? Maar ja, ze willen beslist niet dat hun kinderen een achterstand oplopen en sommigen zijn de drukte in huis ook wel zat. Een Syrische vrouw vertelt dat ze gewoon doorgaan met thuis lesgeven ook in de schoolvakantie. Dan hebben de kinderen wat structuur en bovendien gaan ze op 11 mei niet naar school, want haar man heeft diabetes en behoort tot de risicogroep. Bij dit gezin maak ik me niet veel zorgen, zij heeft onderwijskunde gestudeerd in Syrië en haar man was daar eerstegraads leraar wiskunde. Bij andere gezinnen is dat anders, maar die beseffen dat zelf ook en zijn maar wat blij dat de kinderen naar school mogen. Het online leren bezorgt hun veel stress en ook het gevoel als ouder te falen. Er zijn ook ouders die zelf graag online les krijgen zodat ze hun Nederlands niet vergeten. Gelukkig lukt het tot nu toe elke keer om via LinkedIn een online taalcoach te vinden. Een Palestijnse vrouw die zelf diabetes heeft is erg aan het twijfelen. Wat zal ze doen? Haar kinderen zijn dol op school. Ze zijn ook al wat ouder en weten heel goed dat hun moeder kwetsbaar is. Ze zijn super voorzichtig. Na lang wikken en wegen neigt ze ertoe om ze toch te laten gaan. “Ja”, zegt ze, “op zulke momenten heb ik zo veel aan mijn geloof. Allah weet wanneer het onze tijd is. We moeten maar op hem vertrouwen.”

    Ramadan thuis

    Maar zo eenvoudig is het niet. Dezelfde vrouw is helemaal down omdat bij terugkeer uit de wisselwoning bleek dat hun huis op veel punten beschadigd of nog niet helemaal af was. Ze is in zak en as, want ze heeft de dingen graag op orde. Als ik haar vraag om even naar mij te luisteren en haar voor hou dat het nu Ramadan is en dat er nu andere zaken belangrijk zijn, zegt ze: je hebt gelijk. Soms heb je even iemand nodig die dat tegen je zegt. Ik zal rustiger aandoen. Dat huis komt heus in orde, dat zegt mijn man ook. Vorige jaren was er wel verschil tussen de Syrische en de Marokkaanse gezinnen tijdens de Ramadan. De Marokkaanse gezinnen hebben hier veel familie en vrienden die ze graag bezoeken. Maar nu is het voor iedereen hetzelfde. Iedereen viert deze tijd zonder familie. Ondertussen doen ze wel hun best om ook aan anderen te denken. Een Marokkaanse vrouw heeft een actie opgezet om een alleenstaande moeder in Marokko te steunen. Ze is heel erg blij dat ze iets kan doen in deze situatie.

    Woorden van bezinning

    Ondertussen gaan we gewoon door met ons pandemisch alfabet. Elke dag post ik een woord van een van de groepsleden, met een mooie foto en uitleg van die persoon in de whatsappgroep. Alleen bij mijn eigen woord: Koekjespost raakten ze even in de war. Was dit een oproep dat ze koekjes moesten gaan bakken? Toen ik uitlegde dat dit een nieuw woord was, dat is ontstaan in deze corona tijd, doordat mijn nichtje zelfgebakken koekjes in kleine blikjes per post naar familieleden ging sturen, moesten ze lachen. Wat een goed idee! De woorden die ze zelf aandragen passen goed bij de tijd van nu en bij de Ramadan.

     

    Hadeel: Luisteren

    We hebben nu de tijd om naar elkaar te luisteren. We moeten dit vasthouden. Naar mensen luisteren, zelfs als we het niet met ze eens zijn.

    Kholood: Gezondheid

    Gezondheid is de basis van alles. Als je gezond bent kun je je leven opbouwen en moeilijkheden overwinnen.

    Salma: Contact

    In deze dagen beseffen we hoe belangrijk contact is. We moeten niet stoppen contact te zoeken via WhatsApp, Skype, en in het gewone leven.

    Souad en Fatima: Hoop

    We moeten weten dat er altijd hoop is. Hoop leidt ons de weg. “Komt goed, in sha Allah”

     

    Langzamerhand komt nu ook de vraag wanneer we als groep weer bij elkaar kunnen komen. Verschillende vrouwen stellen voor dit buiten te doen. “En dan samen knutselen, dat lijkt mij leuk”, zegt een Marokkaanse vrouw die de smaak te pakken heeft. Laten we hopen dat het gauw kan en dat we als groep een mooie collage kunnen maken over deze bijzondere tijd. 

     


    [1] De Wijkacademie Stromend Overvecht heeft als motto: leren van elkaar. Een kerngroep van ruim 20 vrouwen komt daartoe eens in de twee weken bij elkaar in Buurtcentrum De Jager in Overvecht. Ze bespreken thema’s die voor hen belangrijk zijn en ontwikkelen samen met andere organisaties programma’s voor de wijk om belangrijke onderwerpen als “veilig buitenspelen” en “het bijzondere van taal” aan de orde te stellen.

  • Vrijheid is een groot begrip

    Onderzoek naar de beleving van vrijheid, onvrijheid en herdenken door Bosniërs en Irakezen in Nederland.

    Het Nationaal Comité 4 en 5 mei zoekt continu naar een passende invulling van de activiteiten op 4 en 5 mei om het inclusieve karakter van de herdenking en viering op deze dagen te waarborgen. Ook is het belangrijk om de motivaties van mensen om al dan niet deel te nemen aan genoemde activiteiten te begrijpen. Het Comité heeft daarom de stichting Bevordering Maatschappelijke Participatie (BMP), in het kader van het lustrumjaar 2020 (75 jaar vrijheid), gevraagd om onderzoek te doen onder Bosniërs en Irakezen die in de jaren negentig naar Nederland zijn gekomen. De vraagstelling van dit onderzoek is hoe mensen uit deze groepen vrijheid, onvrijheid en herdenken in de landen van herkomst en in Nederland beleven. 

    Doel van het onderzoek is om op basis van persoonlijke verhalen inzicht te krijgen in de betekenis die de begrippen vrijheid en onvrijheid voor Bosniërs en Irakezen hebben, in de ervaringen die zij hebben met herdenken en in de toekomstbeelden die zij hier bij hebben. De conclusies van het onderzoek zijn bedoeld om een bijdrage te leveren aan het denken over de toekomst van het herdenken van oorlogsslachtoffers en het vieren van de bevrijding en vrijheid in Nederland.

    Praktische informatie

    Wat: Vrijheid is een groot begrip.
    Onderzoek naar de beleving van vrijheid, onvrijheid en herdenken door Bosniërs en Irakezen in Nederland.
    Auteurs: Saskia Moerbeek en Frank von Meijenfeldt (red.)
    Uitgave: 2020 Volume: 86 pagina’s
    Download: lees op de website van het Nationaal comité 4 en 5 mei de volledige publicatie of download het hier (PDF, 7,45 MB).

    Op de website van Ongekend Bijzonder is een aantal fragmenten van interviews te zien.

  • Alfabeto Pandemico

    Onze vrienden van Rete Italiana di Cultura Popolare, Italië, vroegen ons mee te doen met het Alfabeto Pandemico (Pandemisch Alfabet). Wij vragen ons netwerk van gemeenschappen van burgers, vluchtelingen, nieuwe en oude Nederlanders om een ​​woord en een beeld over de pandemie en de manier waarop ze leven.
    We hebben de afgelopen drie jaar een geweldig en mooi Europees project, Specially Unknown / Ongekend Bijzonder, met hen gedeeld. Nu breidt dit netwerk zich uit en bouwt het aan nieuw Europees burgerschap.

    Dit is het begin van onze Nederlandse bijdrage (teksten in het Engels): https://www.lostatodeiluoghi.com/alfabeto/organization/foundation-bmp/

  • Lef verzamelen en de sprong wagen

    Auteur: 
    Margreth Hoek

    © Margreth Hoek

    Als een van je ouders langdurig ziek is, heeft dat veel invloed op je leven. Maar er over praten met je ouders is niet vanzelfsprekend. Wat vraag je wel of niet? En wanneer begin je er over? Je wilt ze niet nog meer belasten… Een vriend of vriendin er over vertellen en om raad vragen, wil je misschien wel. Maar zij zijn met heel andere dingen bezig. Begrijpen ze jou wel?

    Om een antwoord te vinden op dit soort vragen starten we in het kader van het project Ronduit ziek een digitaal VerhalenLab voor jongeren met een langdurig zieke ouder. Vandaag had ik een kennismakingsgesprek met een deelnemer. Onderdeel van dit gesprek is dat ik vraag om uit een serie met fotokaarten één foto te kiezen voor de situatie nu én één foto voor de hoop wat het VerhalenLab gaat opleveren.

    Ik deel in dit blog de gekozen foto's en waar ze voor staan.

    Het doolhof staat voor de situatie nu. Door de jaren heen is het gevoel ontstaan steeds tegen een dichte muur aan te lopen. Over de ziekte vertellen aan mensen buiten het gezin, wil de jongere wel, maar zielig worden gevonden dat wil de jongere niet. Binnen het gezin vraagt de jongere zich af of wat je wil vertellen niet belastend is voor de ouders.

    De skydivers staat voor de hoop wat het VerhalenLab gaat opleverenVrijheid: open durven zijn om het er duidelijk over te hebben. Verbondenheid: de jongere hoopt dat er over praten meer verbondenheid gaat geven binnen het gezin. De jongere vindt het ook wel gewaagd, je moet wel springen. En het gaat over de durf hebben om dit te doen.

    In mijn brief die ik naar aanleiding van het kennismakingsgesprek schreef, heb ik het gehad over het kippenvel dat ik kreeg toen deze vier dingen werden benoemd. Toen ik nog eens naar de foto keek, zag ik de parachutes op de rug van de skydivers. Tijdens het gesprek hebben we het daar niet over gehad, maar ik heb de hoop uitgesproken dat het VerhalenLab er voor gaat zorgen dat het gevoel ontstaat dat deze gewaagde sprong veilig kan worden gemaakt omdat er een parachute op de rug zit.

  • Kleine en grote zorgen

    Auteur: 
    Saskia Moerbeek

    21 april 2020

    We zijn nu alweer in de zoveelste week van de lockdown. Ik blijf bellen met de vrouwen van de Wijkacademie Stromend Overvecht[1]. Ook al hebben ze het soms razend druk met kinderen, huishouden, en nog veel meer. Het is fijn als je belt, krijg ik te horen van een Palestijnse vrouw, dan is het net of ik hier ook een familielid heb. Inmiddels krijg ik vrijwel iedereen wel te pakken. Ook omdat ik weet welk tijdstip schikt. De gesprekken beginnen standaard met de vraag: hoe gaat het? En standaard antwoordt iedereen dat het goed gaat. Maar daarna komen de wat diepgaandere verhalen. Over hoe intensief het is om kinderen in verschillende leeftijden aan hun huiswerk te krijgen en te houden, of hoe lastig het is als je zelf een opleiding of cursus doet en je kinderen ook huiswerk moeten maken. Of dat je net in deze tijd van je wisselwoning weer terug naar je eigen flat moet en daar eerst nog alles moet schoonmaken omdat de woning de hele tijd open heeft gestaan en de bouwvakkers in- en uitliepen. Een Syrische moeder vindt school echt belangrijk. Alleen hebben zij en haar man zelf weinig kennis van computers en internet. Ook begrijpen ze de opdrachten niet goed. Er is een vrijwilliger die de kinderen via de telefoon helpt, maar het blijft lastig ze te ondersteunen bij het inzenden van hun huiswerk of het meedoen aan de gezamenlijk klasmeetings. Na veel heen en weer gemail met de school lukt het om de huiswerkbegeleider in contact te brengen met de leerkrachten en haar aan virtuele klassen toe te voegen, zodat ze mee kan kijken wat de kinderen moeten doen.

    Welke woorden zijn belangrijk?

    Op verzoek van een partnerorganisatie uit Noord Italië die een Pandemisch Alfabet aanlegt, vraag ik de dames welke woorden in deze tijd voor hen het meest belangrijk zijn. Het levert een mooi palet op van woorden waar je nu meer bij stil staat en die je, als alles weer normaal is, niet wilt vergeten.

    Hadeel zegt bijvoorbeeld: Samenwerken is een belangrijk woord. We zien mensen samenwerken om oplossingen te bedenken. Die geest van samenwerking moeten we vasthouden.

    Inas noemt positief denken: Denk aan positieve dingen. Laat negatieve gedachten en gevoelens je niet gevangennemen.

    Volgens Souad is tijd nemen voor elkaar erg belangrijk: Nu nemen we de tijd voor elkaar. We bellen, we luisteren, we spreken elkaar moed in en we geven elkaar aandacht. Dat moeten we blijven doen.

    Als laatste noem ik het woord geloof dat door Kholood benoemd werd. Door je geloof, welk geloof dat ook is, voel je je vrediger en kun je dingen accepteren. De slechte dingen en de goede dingen.

    Om het groepsgevoel een beetje in takt te houden posten we nu één woord per dag in de Whatsapp-groep van de Wijkacademie met de naam van de persoon die noemde, een uitleg en een mooie foto erbij. Het is ook leuk om te weten dat onze woorden één voor één op de website van de Italiaanse partner worden geplaatst. https://www.lostatodeiluoghi.com/alfabeto-pandemico/

    Kleine en grote zorgen

    Behalve over belangrijke woorden praten we ook over de alledaagse zorgen en bedenken we, daar voor zo ver mogelijk oplossingen voor. Wat doe je als je kind klaagt over hoofdpijn en duizeligheid, maar je niet met haar naar de dokter durft? Wat doe je als je kinderen na zoveel weken binnen nu echt niet meer te houden zijn? En wat als een buurman elke dag naar zijn ouders gaat die corona hebben? Het is mooi dat hij voor ze zorgt, maar hij raakt ook elke dag de trapleuningen en deurkrukken aan van de flat waarin jij en je kinderen wonen. Niet voor alle vragen is er meteen een oplossing voorhanden, maar er over praten helpt wel degelijk, krijg ik te horen. Natuurlijk blijven er ook de grotere zorgen, de dingen waar je niet echt iets aan kunt doen en die je moet accepteren, hoe moeilijk dat soms ook is. In Syrië is bijvoorbeeld wel een avondklok, maar wordt er geen advies gegeven om afstand te houden. De winkels zijn open, omdat niemand het zich kan permitteren om de zaak te sluiten en dan zonder inkomen te zitten. Dus worden er vanuit Nederland per telefoon veel adviezen gegeven, zoals handen wassen en toch proberen afstand te nemen. Ook vitamine c nemen en veel water drinken worden nog steeds als goede adviezen gezien. Samen concluderen we dat vitamine c op zich geen kwaad kan en bij kan dragen aan een goede conditie, maar dat citroenen en veel water drinken beslist niet helpen tegen corona. Ook over de situatie in Marokko zijn er veel zorgen. De regels zijn daar veel strenger dan hier en iedereen moet echt thuis blijven. De politie loopt op straat iedereen te controleren. Eerst leek het er op dat onze Marokkaanse dames die totale lockdown beter vonden dat de Nederlandse maatregelen, maar nu het allemaal langer duurt verandert dat. Een beetje bewegingsvrijheid is toch wel een heel groot goed.

    De Ramadan nadert

    Binnenkort begint Ramadan. De meeste moeders bereiden zich voor op een gezellige tijd met hun eigen gezin. Dat vraagt om goede inkoop strategieën op tijden dat het in de winkels niet te druk is. Meer dan ooit beseffen ze dat Ramadan ook de tijd van bezinning is. Sommige alleenstaande moeders zien er ook wel tegenop om deze belangrijke dagen in zo’n kleine kring te moeten vieren.

     


    [1]  De Wijkacademie Stromend Overvecht heeft als motto: leren van elkaar. Een kerngroep van ruim 20 vrouwen komt daartoe eens in de twee weken bij elkaar in Buurtcentrum De Jager in Overvecht. Ze bespreken thema’s die voor hen belangrijk zijn en ontwikkelen samen met andere organisaties programma’s voor de wijk om belangrijke onderwerpen als “veilig buitenspelen” en “het bijzondere van taal” aan de orde te stellen.

  • Rijke verhalen van MBO-studenten

    Auteur: 
    Margreth Hoek

    Gebeurtenissen en ervaringen, ons leven zit er vol mee zoals een sterrenhemel vol met sterren. Maar welke ervaring is de moeite waard om met anderen te delen? En hoe nodig je iemand uit tot het vertellen van een rijk verhaal? Verhalen die lijntjes bevatten naar andere gebeurtenissen, andere mensen en die laten zien wat mensen belangrijk vinden.

    Woensdag 15 april gaf ik samen met mijn college Saskia Moerbeek een workshop De kracht van verhalen aan eerstejaarsstudenten van het MBO Utrecht. We beloofden de studenten dat ze na de workshop een werkvorm in hun achterzak zouden hebben die ze zelf zouden kunnen toepassen in hun beroepspraktijk. Ze gingen een verhaal vertellen, luisteren als een vriend of vriendin en kijken welke vragen zij wilden stellen om een verhaal rijker te maken.

    De studenten begonnen met in hun kamer een voorwerp te zoeken dat voor hen een bijzondere betekenis heeft. Ik zat in Amsterdam achter een scherm en zag alleen de gezichten van Saskia en Imane Taarabt, docente aan het MBO en een paar stippen met twee letters.

    Pas toen de studenten over het voorwerp vertelden, deden ze hun camera aan en ook dan kwamen ze niet allemaal in beeld. De communicatie verliep vooral via de chat. In vergelijking met anders is dit een magere situatie om kennis te maken met mensen in een groep. Toch ben ik enthousiast over de workshop en dat komt door de verhalen die de studenten deelden.

    De studenten hadden gekozen voor een bijbel, een gitaar, een glazen engel, een letterkast gevuld met vakantiesouvenirs, een knuffel en een sleutel aan een ketting. Allemaal voorwerpen die nieuwsgierig maakten en waar we wel meer over wilden horen. Eén voor één vertelden zij hun verhaal. En hoe kort die verhalen soms ook waren. Allemaal hadden ze een rijke kern met aanknopingspunten voor het stellen van vragen over andere situaties, belangrijke mensen en wat mensen belangrijk vinden.

    Verhalen delen in een groep is altijd bijzonder omdat hoe uniek elk verhaal ook is er ook overeenkomsten aanwezig zijn. Er zijn thema's of rode draden die in verschillende verhalen terugkomen. En als je met een groep bent, worden die vaak door de groep zelf benoemd. Of je kunt het de groep vragen. Zo ontstaat een groepsverhaal wat mensen met elkaar verbindt. Ook kun je de thema's verder uitwerken en in een of andere vorm delen en naar buiten brengen.

    Afgelopen woensdag ging het over je met mensen verbinden bijvoorbeeld door muziek te maken. Een student vertelde over zijn eerste gitaar, speelde op een ander en vertelde over zijn werk dat hij daar gitaar speelde om contact te maken met mensen. Het ging over je verbonden weten met dierbare familieleden ook al zijn die overleden of verdwijnen die langzaamaan door dementie. Het ging over je kracht vinden door te schrijven in een dagboek en al teruglezend een paar jaar later te zien hoeveel sterker je bent geworden.

    Voor mij was deze workshop een ervaring van hoop. Een digitale VerhalenLab met jongeren waarvan een ouder langdurig ziek is, het is mogelijk. In het VerhalenLab verzamelen jongeren verhalen antwoord op vragen die ze thuis niet durven of willen stellen. Zo kunnen ze hun eigen verhaal verrijken en ontdekken welke vragen ze echt aan hun ouders willen stellen.

Pagina's