Video's

  • Opening van de tentoonstelling Dromen van kinderen

    Dromen van kinderen

     
    Deze fototentoonstelling is door Meetingz! en de Wijkacademie Opvoeden naar Haarlem gehaald, in samenwerking met Save the Children. Het initiatief komt van Yousuf Sabir, lid van de kerngroep van de Wijkacademie Opvoeden in Schalkwijk.
     
    De tentoonstelling was van 23 tot en met 27 maart op de Waddenschool locatie Boerhaave te zien. Kinderen van deze school gaan ook hun dromen opschrijven en een fotograaf maakt foto’s van de kinderen uit groep 7. Na de Waddenschool reist de fototentoonstelling door naar het Haarlem College.
     
          
     
  • Het Teniersplantsoen is van iedereen!

     

    Het Teniersplantsoen is van iedereen!

    Posted by Wijkacademie Opvoeden Schilderswijk on maandag 23 maart 2015

  • De verhalen

  • Shay

    Eerlijkheid en fatsoen voor het leven

     
    Shay is een intelligente man van 53 jaar oud. Hij heeft een Iraanse moeder en een Griekse vader. Shay is geboren in Iran. Tijdens zijn studie “Bouwkundig ingenieur” is hij getrouwd met een Iraanse vrouw.  Met haar heeft hij drie kinderen gekregen. Shay is inmiddels gescheiden en woont sinds zeven jaar in Nederland.

     
    Ik kom uit een welvarend gezin. Mijn moeder had een kapsalon en mijn vader was een militair. Ik heb jaren in verschillende landen gewoond, gestudeerd en gewerkt. Zodoende spreek ik 8 talen. Op mijn 19e ging ik voor mijn studie “Bouwkundig ingenieur” naar India. Mijn moeder vond dat ik daar gezelschap moest hebben en adviseerde mij te trouwen. Dus trouwde ik en ging mijn toenmalige vrouw met mij mee naar India. Daar is mijn eerste dochter geboren. Na vijf jaar ging mijn ex-vrouw met mijn dochter terug naar Iran. Nadat ik mijn Master in architectuur had  afgerond, keerde ik ook terug naar Iran en werden mijn andere dochter en zoon geboren.
     
    Mijn moeder heeft mij twee waarden meegegeven die ik zie als steunpilaren: eerlijkheid en fatsoen. Daar haal ik mijn kracht uit. Als je gelooft in wat je denkt, dan doe je het. Je kan alles verliezen, maar als je eerlijk blijft en fatsoen hebt, dan komt alles goed. Het is een soort investeren in God en in jezelf. Geloven doe je met je hart. Als je gelooft, dan probeer je jezelf elke dag te verbeteren om je relatie met God te verdienen. Ik ben als moslim opgevoed, maar ik heb tijdens mijn studie in India veel religies bestudeerd en ontdekte dat je in alle religies ergens een licht vindt. Dat is God.
     
    Toen ik in de veertig was, heb ik een zwaar auto-ongeluk gehad en lag ik bijgevolg een paar jaar in coma. Nadat ik uit de coma was ontwaakt, herkende ik mijn familie niet meer. Daardoor besloot mijn ex-vrouw van mij te scheiden. Ik was toen 42 jaar oud. Na dit gebeuren, reisde ik af naar Italië. Daar werkte ik als onderzoeker aan een universiteit en als ambtenaar bij de immigratiedienst van de gemeente Rome. Destijds leerde ik een Nederlandse vrouw kennen. Zij was de reden dat ik zeven jaar geleden naar Nederland ben gekomen. Ik woonde met haar samen in Gouda. Na een tijdje gingen wij uit elkaar en kwam ik in Den Haag wonen.
     
    Mijn eerste dochter is nu 32 jaar oud, mijn tweede dochter 27 en mijn zoon 25. Ik heb hen behalve eerlijkheid en fatsoen, drie andere belangrijke dingen meegegeven: 1) Lieg nooit. Als je liegt, ben je je waardigheid kwijt.  2) Wees blij met wat God je heeft gegeven en wees tegelijkertijd gul en behulpzaam. 3) Respecteer anderen, dan word jij ook door anderen gerespecteerd.
  • Vikash

    Laat je niet gek maken

     
    Vikash is een 45-jarige man van Hindoestaanse komaf. Hij is in de jaren ’80 met zijn familie naar Nederland gekomen. In zijn twintiger jaren is hij met een moslimvrouw getrouwd. Met haar heeft hij een zoon en een dochter gekregen. Na 11 jaar is zijn huwelijk gestrand, omdat hij ziek is geworden. Vikash hoort stemmen.
     

     
    Ik heb als laborant en archivaris gewerkt. Ja... ik deed het heel goed. In de tijd dat ik als archivaris werkte, leerde ik mijn ex-vrouw kennen en trouwde ik met haar. We kregen een zoon en een dochter. Het was een goede vrouw, maar haar familie accepteerde mij niet. Ik was niet goed genoeg in hun ogen. Zij hadden het vanaf dag één op mij gemunt en probeerden van alles om mijn huwelijk stuk te krijgen. Dat is ze gelukt. Ze hebben mij ziek gemaakt met voodoo. Zo ziek dat ik na 11 jaar van mijn vrouw ben gescheiden en van mijn werk ben ontslagen. Ik kon niet meer voor mezelf zorgen.
     
    Na mijn scheiding ben ik weer bij mijn ouders ingetrokken. Ik was mijn zelfstandigheid kwijt.  Het was alsof ik weer kind was. Ik had een uitkering, maar mijn moeder beheerde mijn geld. Als ik buiten was met vrienden, dan keek mijn moeder steeds uit het raam of ik nog in de buurt was en of alles nog goed ging. Nu gaat het beter me mij. Ik gebruik mijn medicijnen en ben bezig weer zelfstandig te worden. Sinds vorige zomer woon ik in een Begeleid wonen-appartement, in het centrum. Mijn kinderen komen mij af en toe daar opzoeken.
     
    Mijn dochter is 18 en mijn zoon is 14 jaar. Ze doen het goed op school. Mijn dochter studeert voor arts en mijn zoon volgt een opleiding aan de HAVO. Ik geef ze mee om goed voor mensen te zijn, om in zichzelf te geloven en om door te zetten in moeilijke tijden. Ze moeten zich niet gek laten maken door mensen die hun geluk willen verpesten. Ik geloof in karma. Kwaadwillende mensen komen zichzelf hoe dan ook tegen.
  • Ibrahim

    Verantwoordelijkheid en discipline boven alles

     
    Ibrahim is een man van Turkse afkomst. Hij is 57 jaar oud, getrouwd en heeft drie kinderen. Ibrahim is geboren en opgegroeid in Turkije. Hij heeft een oudere broer en zus.

     
    Ik ben tot mijn 12e opgevoed door mijn grootouders, omdat mijn ouders als gastarbeiders in Nederland woonden en werkten. Mijn grootouders waren zorgzaam, lief, warm, sociaal en rechtvaardig. Ik bracht meer tijd door met mijn oma dan met mijn opa, omdat mijn opa altijd hard aan het werk was op het platteland. Het leven in Turkije was geweldig. lk genoot van het platteland en de natuur. Wij hadden het niet al te breed, maar toch waren we gelukkig.
     
    Het was niet de bedoeling dat mijn broer, zus en ik ook naar Nederland zouden gaan. Mijn ouders zouden namelijk weer terugkeren naar Turkije. Toch hebben mijn ouders ons in de jaren ’70 naar Nederland laten overkomen. Er brak destijds immers onrust uit in Turkije, vanwege de tweede staatsgreep door het leger. lk kwam hier als 12-jarige jongen en ging naar school. Na een tijdje had ik daar geen zin meer in. Ik ging van school af en bracht mijn tijd grotendeels door op straat. Ik deed alles wat god verboden had. Op mijn 19e kwam ik dankzij jongerenwerkers gelukkig weer tot bezinning en ging ik terug naar school. Ik volgde de opleiding Sociaal Cultureel Werk en haalde uiteindelijk mijn diploma daarvoor. Daar was ik heel trots op. Nu ben ik al 20 jaar werkzaam als jongerenwerker in een buurthuis in Rotterdam en probeer ik jongeren op het rechte pad te brengen, net zoals de jongerenwerkers die ik op mijn 19e tegenkwam.
     
    Tegenwoordig gaan ouders vaak de mist in als het om opvoeding gaat. Zij zijn veel te soft of veel te streng voor hun kinderen. Ook nemen ze teveel kinderen, waardoor zij de controle verliezen. Dan krijg je dat kinderen gaan roken, drinken en herrie schoppen. Mensen zouden eerst moeten afwegen of zij in staat zijn om een kind op te voeden en te onderhouden, voordat zij ervoor kiezen om ouders te worden. Op die manier zouden heel wat problemen voorkomen kunnen worden.
     
    Ik heb mijn kinderen zowel de Turkse als de Nederlandse normen en waarden bijgebracht. Die verschillen sowieso weinig van elkaar. Wat ik mijn kinderen verder altijd op het hart druk, is dat ze niet op jonge leeftijd moeten trouwen, maar eerst ervoor moeten zorgen dat ze diploma’s op zak hebben en een vast inkomen hebben.

     

  • Loes

    Een openhartige buurtmoeder

     
    Loes is een 63-jarige Nederlandse vrouw. Haar man is tien jaar geleden overleden. Met hem heeft zij twee kinderen gekregen. Loes woont haar hele leven in de Schilderswijk.
     

    Ik woonde met mijn ouders, broer en zusje aan de van Limburg Stirumstraat in de Schilderswijk. Ik had veel vrienden en vriendinnetjes, waarvan sommigen van Turkse, Marokkaanse en Surinaamse komaf waren. Jammergenoeg waren mijn ouders niet zo positief over buitenlanders. Mijn moeder vond ze raar en mijn vader vond dat ze maar terug moesten naar hun eigen land, omdat hij het idee had dat ze zijn werk inpikten. Hierdoor mocht ik niet bij buitenlandse vriendjes en vriendinnetjes spelen en zij niet bij. Ik weet nog dat ik dat heel vervelend vond.
     
    Toen ik 20 jaar was, trouwde ik met mijn buurjongen en verhuisden wij naar de Jan van Goyenstraat. Wij kregen twee kinderen: Sander en Melanie. Zij gingen naar een basisschool in de buurt en mochten van ons gewoon lekker met iedereen omgaan. Hun buitenlandse vriendjes en vriendinnetjes kwamen ook vaak bij ons spelen. Ik heb mijn kinderen altijd meegegeven dat iedereen gelijk is en iedere cultuur wel iets leuks of moois heeft wat je eruit kunt halen. Dat hebben ze zich eigen gemaakt. Sander van 20 is inmiddels verloofd met een Turkse dame en Melanie van 31 heeft een Marokkaanse partner. Ze hebben twee prachtige kinderen en ze zijn hartstikke gelukkig.
     
    Ik woon nog steeds met veel plezier in de Schilderswijk, ondanks het negatieve beeld over de wijk. Met mijn Turkse en Marokkaanse buurvrouwen ben ik dikke vriendinnen. We komen vaak bij elkaar over de vloer en doen samen boodschappen op de Haagse Markt. Ik vind het ook heerlijk om voor de deur te zitten, te kijken wat er zoal gebeurt en een praatje te maken met buurtbewoners. Meestal is het hartstikke gezellig, maar soms moet ik wat jongens op hun baldadige gedrag aanspreken. Gelukkig kunnen ze het van mij wel hebben. Af en toe wordt er ook iets leuks georganiseerd in de buurt. Het Schilderswijk Festival bijvoorbeeld. Hartstikke leuk. Dat zouden ze eens een keer op tv moeten laten zien. De mooie dingen van de Schilderswijk.
     

     

  • Mehmet

    Gelijke rechten, gelijke kansen

     
    Mehmet is een Turkse man van 49 jaar oud. Hij komt uit een gezin van 9 kinderen, waarvan hij het vijfde kind is. Mehmet is in Turkije geboren en opgegroeid en emigreerde op 9-jarige leeftijd met zijn familie naar Nederland.

     
    Vroeger droeg iedereen een steentje bij in het huishouden. Het geld dat mijn broers en ik verdienden met ons werk, moesten wij aan onze vader geven. Zo ging dat vroeger. Iedereen moest meebetalen aan de huur, de boodschappenen en andere uitgaven.
     
    In mijn twintiger jaren trouwde ik en kreeg ik een zoon en een dochter. Ik heb mijn kinderen vrijer opgevoed dan ik zelf ben opgevoed. Ik mocht vroeger bijvoorbeeld niet tot 00.00 uur buiten blijven. Mijn kinderen mogen dat nu wel. Ook vraag ik mijn zoon, die inmiddels rij-instructeur is, niet om zijn salaris aan mij af te staan. Hij heeft ervoor gewerkt, dus het is van hem.
     
    Ouders waren vroeger anders. je had niets te zeggen en moest gewoon gehoorzamen. Ook waren mannen streng voor hun vrouwen. Vrouwen moesten koken en kinderen baren en mochten niet naar buiten. Tegenwoordig luisteren vrouwen niet naar hun mannen, zij gaan gewoon naar buiten. En gelijk hebben ze. Ik vind dat mannen niet het recht hebben om hun vrouwen thuis op te sluiten.

     

  • Samira

    Hard werken werpt vruchten af

     
    Samira is 49 jaar oud. Zij is in Marokko opgegroeid, op het platteland. Haar ouders waren rijke boeren. Samira ging niet naar school en hoefde ook niet te werken. Op 17-jarige leeftijd huwelijkten haar ouders haar uit aan een man die naar Nederland was geëmigreerd, zodat Samira in Nederland een welvarend bestaan kon blijven leiden.

     
    Ik vertrok in 1982 met mijn man naar Nederland. Wij gingen bij mijn schoonfamilie wonen. In het begin had ik heimwee naar mijn ouderlijk huis, maar ik wist me staande te houden. Mijn moeder heeft me immers meegegeven een sterke vrouw te zijn en overal geduld mee te hebben.
     
    Kort nadat mijn man en ik waren verhuisd, kreeg mijn man een ongeluk op zijn werk en werd hij arbeidsongeschikt. Wij hadden toen twee kinderen. Na de bevalling van mijn derde kind in 1993, scheidde ik van mijn man. Toen ging ik werken in het ziekenhuis en leerde ik Nederlands op school. Helaas stopte ik na een jaar met mijn lessen, omdat ik die moeilijk kon combineren met mijn verantwoordelijkheden. Ik moest immers het huishouden doen, in mijn eentje mijn kinderen opvoeden en daarnaast werken om brood op tafel te krijgen.
     
    Mijn werk zag ik niet alleen als inkomstenbron, maar ook als afleiding. Ik vond het zwaar om overal alleen voor te staan. Toch bleef ik sterk voor mijn kinderen. Ik wilde dat zij niets tekort kwamen. Door mijn harde werken kon ik mijn kinderen goed onderhouden en ieder jaar met hen naar Marokko gaan om familie te bezoeken.
     
    In 2011 ben ik gestopt met werken, doordat ik last kreeg van mijn hand. Ik heb nu een uitkering. Voor mij heeft het sowieso geen nut meer om te werken, omdat mijn kinderen nu oud genoeg zijn om zelf te werken en zichzelf te onderhouden. Ik heb mijn plicht volbracht.

     

  • Lucia

    Van een goede opvoeding naar een goede toekomst

    Lucia is in Ghana geboren en komt uit een christelijk gezin van 10 kinderen. Haar moeder was een huisvrouw en haar vader was een rijke ondernemer. Lucia’s ouders scheidden van elkaar toen zij een tienermeisje was.

     

     
    Toen moeder verhuisde, gingen vijf broers en zussen bij haar wonen en bleven de andere vijf, waaronder ik, bij mijn vader wonen. Mijn moeder raadde aan om bij mijn vader te blijven wonen, omdat hij mijn studie kon betalen. Mijn vader hertrouwde in deze periode, dus kregen we er een stiefmoeder bij.
     
    In mijn familie was het geloof heel belangrijk. Ik kreeg altijd van mijn vader mee om tot God te blijven bidden en iedere zondag naar de kerk te gaan. Ik mocht vroeger niet uitgaan of laat thuiskomen. Ook mocht ik geen vriendje hebben. Ik ben blij dat ik zo ben opgevoed. Tegenwoordig mag een kind van 15 een vriendje hebben en raken meiden van 16 zwanger. Teveel vrijheid is nooit goed.
     
    Ik heb in Ghana gestudeerd voor boekhouder, maar in 1980 ben ik naar Nederland gekomen, omdat ik het hier financieel beter zou hebben. Ik leerde de Nederlandse taal op school en werkte daarnaast als schoonmaakster in het ziekenhuis. Sinds ik in Nederland ben, ervaar ik dat er duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen verschillende culturen. Iedereen heeft z’n eigen eilandje. Mensen kijken ook raar naar mij vanwege mijn donkere huidskleur. Toch doe ik alsof dat mij niets doet, anders gaan zij denken dat zij over je heen kunnen lopen. Dat zeg ik ook tegen mijn kinderen.
     
    Ik ben alleenstaande moeder. Ik vind het belangrijk dat ik mijn kinderen de juiste opvoeding geef. Dat is niet makkelijk, omdat de omgeving de opvoeding negatief kan belnvloeden. Vooral hangjongeren. Ik zeg altijd tegen mijn kinderen dat ik niet wil dat zij zoals die hangjongeren worden en dat zij nooit hun dromen en doelen die ze willen bereiken, moeten opgeven.

     

Pagina's