15 april 2014
Hoe voed je zelf op?
De kleur van het supermarkt logo
Deze keer was zijn dochter er. Ik ontmoette haar vader tijdens de opening van Oostpoort in de eveneens net geopende supermarkt tegenover het MuzyQ gebouw. We stonden beide bij het koffie apparaat en terwijl hij me hielp met het verkrijgen van een plastic bekertje raakten we aan de praat. Over de veranderingen in de buurt, over zijn kinderen, zijn werk en over opvoeden. Over vooroordelen en over de het felle geel van het logo van de supermarkt. Ik luisterde aandachtig naar zijn analyse van de buurt en vroeg hem of hij interesse had om deel te nemen aan de wijkacademie opvoeden. Ik kreeg zijn telefoonnummer.
We spreken voor een kennismakingsgesprek af bij hem thuis en daar ontmoet ik ook zijn lieve vrouw, zijn nichtje en zijn dochter. De rest van zijn kinderen is nog op school. Terwijl we met z’n allen op een lange, met gele stof bekleedde, bank zitten praten we honderduit: over de buurt, jongerenwerkloosheid en de over Wijkacademie Opvoeden. Maar ook vertelt hij over de keer dat zijn buurvrouw dacht dat hij een inbreker was toen hij het beneden raam aan het repareren was. En over de keer dat hij met zijn eigen defecte brommer aan de hand naar huis liep en door een agent werd aangehouden met de vraag wat er allemaal aan de hand was. Hij wil zich wel inzetten voor de buurt. Ook middels de Wijkacademie. De aankomende bijeenkomst is hij echter verhinderd, maar zijn dochter kan wel. En dat gebeurt.
Ik zou een hele goede vader zijn geweest
Niet alleen zijn dochter is nieuw deze keer. Een andere moeder komt ook voor de eerste keer aanschuiven bij de Wijkacademie en vanuit Diversiteitsland komt de nieuwe stagiaire mee deze keer: Serkan. Vader van twee kinderen.
Iedereen stelt zich voor aan de nieuwelingen. “Ik heb zelf geen kinderen maar ik zou wel een hele goede vader zijn geweest” zegt onze opvoeder zonder kinderen. Iedereen geeft er blijk van zich dat heel goed te kunnen voorstellen en bovendien…. dit is precies waar de wijkacademie over gaat: Iedereen is opvoeder.
Het is dezelfde opvoeder man die tijdens de afgelopen bijeenkomst opmerkte dat hij helemaal niet wist wat er vandaag de dag op scholen allemaal geleerd wordt. En het is deze man die in is gegaan op de uitnodiging van een van de moeders om een keer op de school van haar zoon te komen kijken. “Het was heel leuk, de leerlingen zelf gaven mij een rondleiding. Het leek me een hele fijne school”.
Uw dochter heeft een achterstand want haar ouders zijn allochtoon
Het onderwerp onderwijs wordt meteen omhelst. “Welke school was dat dan?!” vraagt een moeder fel. Op de lagere school waar haar dochter zit werd haar namelijk tijdens een oudergesprek verteld dat haar dochter een achterstand heeft, “omdat ze allochtone ouders heeft”. Het valt even stil. Voor sommigen is het herkenbaar. “Ja. En dan wordt iedereen maar afgescheept naar het VMBO” reageert een andere moeder. Nog meer horror verhalen over het onderwijs en de zin en onzin van de citotoets, gefrustreerde leraren, witte en zwarte scholen, grote klassen, discriminatie, ouderbetrokkenheid en het lamslaan van creativiteit van kinderen volgen. We hebben hier zeker een belangrijk en prangend thema te pakken en we stellen ons direct ook de vraag wat we hiermee als Wijkacademie gaan doen. “We moeten een conferentie organiseren” zegt een boze vader, “samen met de leerlingen. We moeten ervoor zorgen dat er meer aandacht komt voor de individuele leerling”. We besluiten met z’n allen dat we het thema onderwijs belangrijk vinden en dat we hier een volgende keer op door gaan.
Als we hebben afgesproken dat je niet boos wordt dan word je ook niet boos
We zetten het gesprek voort. Iedereen heeft thuis aan het eigen kind gevraagd wat ze van hen vinden als opvoeder. Wat vinden ze goed? en wat ze anders zouden willen?
De uitspraken van de kinderen worden op verschillende post-its geschreven en aan de muur gehangen. Een derde post-it wordt gereserveerd voor wat de ouders zelf van de uitspraken van hun kinderen vinden. Het lijkt erop dat de meeste kinderen heel positief zijn over de manier waarop hun ouders hen hebben opgevoed. “We praten veel”, “Er is veel geduld”, “Je bent lief”, “Streng maar rechtvaardig”, “Je staat altijd voor me klaar” en “Als je afspreekt om niet boos te worden dan word je ook niet boos”. Maar weinig kinderen lijken de opvoedstijl van hun ouders niet te waarderen of te willen veranderen. We lezen “misschien iets te zorgzaam” , “je bent niet altijd duidelijk” en “te streng”. We reflecteren erop en de ouders begrijpen de reactie van hun kind, maar blijven staan achter hun zorgzaam-, of strengheid.
Kriebeldood
Je zou haast denken dat de ouders van Wijkacademie het geheim van een goede opvoeding kennen gezien het gemak waarmee hun kinderen hen complimenten geven en eigenlijk niets aan de opvoedingsstijl van hun ouders willen veranderen. De nieuwe moeder heeft haar dochter even gewhatsappt: “ha! Ze vindt mij ook te streng soms”.
We kijken een filmpje over ‘Het geheim van een goede opvoeding’, iedereen schrijft gretig mee. Als we de ouders zelf vragen naar het geheim van een goede opvoeding, zegt een van de ouders dat ze dit het wel pretentieus vindt om te praten over ‘het geheim van een goede opvoeding’: “dat kan ik toch niet zeggen. Ik kan toch niet pretenderen dat ik het allemaal weet?!”. Maar deze moeder denkt wel dat het heel belangrijk is om andere ook de ruimte te geven om jouw kind op te voeden. Iedereen verzamelt vijf kernbegrippen die volgens hen horen bij het geheim van een goede opvoeding. We hangen ze op de muur en bespreken en groeperen ze. Uiteindelijk komen we met z’n allen op een top tien:
- Vrijheid en ruimte geven
- Zelfontwikkeling toestaan en stimuleren
- Meegroeien met je kind
- Raad vragen (observeren)
- Grenzen stellen
- Veiligheid bieden
- Aandacht geven
- Sociale ontwikkeling stimuleren
- Kriebeldood
- Flexibel zijn
Met ‘kriebeldood’ bedoelen we dat je als ouder zo nu en dan ook even helemaal niet serieus hoeft te zijn en gewoon lekker gek kan doen met je kind. Dat verzet de zinnen en bevordert de creativiteit.
Elke kernwaarde levert een korte discussie op. Zo vindt een moeder ‘grenzen stellen’ helemaal niet belangrijk: ‘’grenzen moeten juist overtreden worden, zo leer je en ontwikkel je jezelf!”. Hierover is de groep verdeeld. Want natuurlijk leer je door vallen en opstaan maar het moet wel beperkt blijven, “ik wil gewoon niet dat mijn kind met vuur speelt”.
De bijeenkomst vliegt weer voorbij. Ik ben blij dat opnieuw belangrijke thema’s zijn benoemd. Terwijl ik de post-its van de muur trek en naar onze lijst met de tien geheimen achter een goede opvoeding constateer ik dat eigenlijk alle kernwaarden zijn afgeleid van ‘veiligheid bieden’ en ‘vertrouwen genereren’. Ook denk ik terug aan de vogelaar in onze groep die regelmatig vergelijkingen maakt met de vogelwereld als het over opvoeden gaat. “In de vogelwereld zijn er vogels die maar één ei leggen en dat kuiken wordt heel lang opgevoed”. Ik denk aan mijn moeder en aan haar twee kuikens: mijn zus en ik . Ik heb nog steeds het gevoel dat mijn moeder mij aan het opvoeden is, zeker als het gaat om ‘veiligheid en vertrouwen’. Want uiteindelijk (en natuurlijk in het meest ideale geval) zijn je ouders dat voor altijd: een ‘safe haven’ (mokum) van veiligheid en vertrouwen.
woensdag 25 juni 2014