Hoe houd je kinderen bij de les?

Auteur: 
Saskia Moerbeek

7 april 2020

De afgelopen dagen heb ik weer een telefoonronde gehouden met de vrouwen die deel uitmaken van de kerngroep van de Wijkacademie Stromend Overvecht[1]. Het valt op dat de berichten van de vrouwen van Marokkaanse, Turkse, Syrische, Azerbeidjaanse, Palestijnse en Eritrese achtergrond, anders van toon en inhoud zijn dan twee weken geleden. Toen was iedereen nog wel vol goede moed en vonden de moeders het thuis huiswerk maken met de kinderen vaak wel leuk. Nu we het bericht gekregen hebben dat de lockdown wat betreft de scholen nog tot en met de meivakantie duurt, verandert de situatie. Problemen die er al eerder waren, maar waar de moeders in het gewone leven mee om konden gaan, komen nu opeens heftiger naar voren. Toch blijven er ook vrolijke geluiden klinken en worden er verbindingen met nieuwe initiatieven gelegd die bedoeld zijn om de mensen thuis in deze moeilijke tijden te steunen.

Hoe houd je de kinderen bij de les?

Het valt niet mee om de kinderen bij de les te houden als je zelf de taal niet zo goed machtig bent, het Nederlandse schoolsysteem nog niet goed kent, of niet erg thuis bent in het werken met computers. De moeders doen ontzettend hun best, maar hoe doe je het met drie kinderen die al zo lang binnen zitten in een kleine flat? In de laatste belrondes krijg ik regelmatig kinderen aan de telefoon die iets vertellen. Ze willen ook wel eens een andere stem horen en een beetje Nederlands praten. In de gesprekken gaat het nu vaak over het maken van huiswerk en het ontbreken van laptops en tablets. Gelukkig kunnen de scholen meestal wel een ter beschikking stellen. Maar dan moet je daar wel om vragen en dat gebeurt uit bescheidenheid en onbekendheid te weinig. Al pratende over hoe het gaat, komen dit soort vraagstukken gelukkig wel naar boven en kan ik contact leggen met de scholen. Dat betekent niet altijd dat het probleem is opgelost, want dan moet je ook nog zien in te loggen. En hulp op afstand is soms moeilijk te begrijpen. Een ander punt is huiswerkbegeleiding. Uit zichzelf komen de moeders er niet op, maar als ik vertel dat er mogelijkheden zijn, bijvoorbeeld via Taal Doet Meer, waar vrijwilligers zich inzetten om kinderen via de telefoon en whatsapp te steunen, zijn ze erg blij. De zorgen over het oplopen van een leerachterstand blijven nog wel knagen. Met name voor de Syrische moeders die de schoolopleiding van hun kinderen zo ontzettend belangrijk vinden, is dit moeilijk te aanvaarden. Onderling wisselen de moeders ook tips uit. Over de website Voorleeshoek waar je leuke luisterboeken voor kinderen vindt en over een website met leuke prentenboeken. Wat is zo’n Whatsappgroep dan handig.

Een deel van de groep bestaat uit alleenstaande moeders. Zij hebben in deze weken en maanden echt nooit een dag vrijaf. Een Eritrese vrouw doet zelf een zorgopleiding en moet binnenkort examen doen. Ze moet thuis studeren met twee enthousiaste kinderen om zich heen. Ze moet boodschappen doen, ze moet de kinderen steunen en afleiden, zorgen dat alles schoon blijft en ze heeft geen familie om even bij uit te huilen… Kortom ze is inmiddels behoorlijk moe. Er zijn ook moeders voor wie deze situatie een beetje als vroeger thuis voelt. Hun moeders leefden veelal binnenshuis en waren intensief met het huishouden bezig. Dat doen zij nu ook. En lekker koken, dat is ook belangrijk, weten ze. Een Turkse vrouw vindt het echt heel gezellig thuis met haar man en kinderen. Ze maakt lekker eten. Soms gaan ze even samen naar buiten om te spelen. Maar ze maakt zich wel zorgen dat ze straks allemaal op dieet moeten, na dit leven waarin het draait om de maaltijden.

Niet overal is het gezellig

Maar niet overal is het gezellig. Een vrouw heeft zo ontzettend veel last van lawaai van haar buren (studenten) dat dag en nacht door gaat, dat ze er ziek van is geworden. Een telefoon waarmee ze 0900 nummers kan bellen heeft ze niet, dus bel ik de politie voor haar. Net als die wil komen is het lawaai minder geworden omdat een buurman geklaagd heeft. Maar een uur later begint het weer van voren af aan. De vrouw met de gehandicapte zoon die steeds wilder en agressiever werd heeft gelukkig met hulp van instanties een opvangplek voor hem kunnen regelen. Daar blijft hij de komende weken en ze kan niet op bezoek. Dat is wel heel pijnlijk, maar het moet, ook ter bescherming van haar andere kinderen. “De dagen duren soms zo lang”, vertelt een andere vrouw. Ik ben altijd om een uur of zeven wakker. Wat doe je dan zo’n hele dag? Ze maakt een keer schoon en nog een keer, ze doet de was, ze kookt wat en staart wat uit het raam. Dan denkt ze aan haar twee jongste kinderen die bij haar man wonen en die ze nu niet mag zien. Aan haar oudste die de hele dag televisie kijkt op zijn kamer. Maar van de week heeft ze voor het eerst sinds dagen een wandeling gemaakt met de buurvrouw. Op anderhalve meter afstand, maar dan kan je in ieder geval even met iemand praten.

Soms lukt het niet om iemand te pakken te krijgen. Dan vraag ik me af wat er speelt. Hebben ze genoeg van mijn telefoontjes, zijn ze ziek? Is er sprake van een lastige situatie thuis? Het is moeilijk in te schatten.

 


[1]  De Wijkacademie Stromend Overvecht heeft als motto: leren van elkaar. Een kerngroep van ruim 20 vrouwen komt daartoe eens in de twee weken bij elkaar in Buurtcentrum De Jager in Overvecht. Ze bespreken thema’s die voor hen belangrijk zijn en ontwikkelen samen met andere organisaties programma’s voor de wijk om belangrijke onderwerpen als “veilig buitenspelen” en “het bijzondere van taal” aan de orde te stellen.