Lachen, huilen, discussiëren en elkaar steunen

Auteur: 
Gerben Kroese

‘Eindelijk een man’ riepen de dames in de AMWAHT-groep in Zwolle giebelend toen ik binnenkwam. Het bleef de hele dag, waarin ik op bezoek was bij die groep, een terugkerende grap, waar veel over werd gelachen.

De docenten Nieske Huisman en Güler Cumert begeleiden in Zwolle een groep van 15 vrouwen, met een Turkse, Antilliaanse, Marokkaanse, Nederlandse, Iraanse en Spaanse achtergrond. Ze komen sinds januari wekelijks bij elkaar. Eerder was er een gastdocent die uitleg gaf over Alzheimer en volgende week gaat de groep op excursie naar een instelling voor mensen met dementie. Over twee weken zijn de deelnemers klaar met de theorie. De directeur van Steunpunt Informele Zorg reikt dan de certificaten uit. Na de zomervakantie zijn er nog twee bijeenkomsten, waarin de deelnemers zich extra voorbereiden op hun stages. De hele opleiding zal dan, na de stageperiode van drie maanden, in december zijn afgerond.

Toen ik binnenkwam waren de dames al bezig met een oefening: teken je droom. Welke droom had je als meisje, wat is er van uitgekomen en welke droom heb je inmiddels? Sommigen mopperden dat ze niet konden tekenen en dat ze het moeilijk vonden, maar iedereen maakte uiteindelijk een tekening, die vervolgens werd voorzien van een verhaal. De dames kwamen één voor één naar voren en vertelden aan de rest van de groep wat ze getekend hadden en waarom. Soms waren de verhalen verdrietig, soms hoopvol.  De dromen varieerden: een leven met een goede en knappe man, mensen helpen, emigreren naar Australië en een school bouwen voor arme mensen in het Koerdische deel van Turkije. Er waren twee thema’s die steeds terugkwamen: groei en kracht. Dromen die niet werden waargemaakt werden omgebogen naar - of vervangen door andere dromen. Eén deelnemer vatte dit mooi samen: ‘Iedereen in de groep heeft een doel, en dat is mooi, want als er een doel is, is er hoop’.

In de middag werden de deelnemers in twee groepen verdeeld, die beide, onder leiding van één van de cursisten, een lotgenotengroep vormden. Die twee deelnemers konden op die manier oefenen met het leiden van een groep. In een van die groepen vroegen de deelnemers aan de medecursist die de leiding had om in de oefengroep te kiezen voor een licht onderwerp. Dit gezien de zwaarte en geladenheid van de oefeningen die ze die ze die dag al hadden gedaan. De leidster koos er voor om de deelnemers recepten met elkaar te laten delen. Achteraf ontstond er discussie over de vraag of het uitwisselen van recepten als luchtig onderwerp wel zo geschikt was. Een van de vrouwen, die Iran had verlaten vanwege de onderdrukking van vrouwen daar, vond het onderwerp niet bepaald emancipatoir. De overige deelnemers ervoeren dat anders.

De cursisten benaderen elkaar heel positief. Ze steunen elkaar, geven elkaar tips en geven elkaar kracht. Een deelnemer tegen een andere: ‘je moet jezelf niet met anderen vergelijken, dan voel je je kleiner en dat is niet goed’).  Een ander zei: ‘Ik ben blij dat ik bij jullie opener kan zijn dan bij mijn familie’.

Het Steunpunt Informele Zorg is heel positief over de ervaringen tot nu toe. Men is van plan om na afronding van deze cursus een tweede opleiding te starten. Daarvoor staan al drie mensen op de wachtlijst.